Bouwman uit twijfels: 'Bij deze ploeg gaat wegcijferen en voor mezelf rijden niet samen'

Koen Bouwman reed in 2022 een bijzonder sterke Giro d'Italia, daar hij twee ritten én het bergklassement op zijn palmares mocht bijschrijven. De sympathieke Nederlander van Jumbo-Visma rijdt de editie van 2023 in een andere rol, aangezien hij zich volledig moet schikken in zijn functie van knecht van kopman Primoz Roglic.

In gesprek met de Nederlandse dagkrant De Volkskrant laat de 29-jarige Bouwman, die eerste getuige was bij de horrorcrash van INEOS Grenadiers-kopman Tao Geoghegan Hart, weten dat hij het allesbehalve een probleem vindt om volledig in dienst te rijden voor zijn Sloveense kopman. 'Ik weet waarvoor ik hier ben. Soms is er een mooie etappe, voel ik dat ik goede benen heb en denk ik: ik had nu mee kunnen zitten. Dat doe ik dan niet. We gaan in elke grote ronde voor de eindwinst. Als ik het daar niet mee eens was geweest, had ik dat van tevoren moeten aangeven. Dan was ik niet naar de Giro gegaan.'

'Twee keer winnen in 21 dagen én die bergtrui: dat is geen toeval meer', aldus Bouwman over zijn meer dan geslaagde Giro van 2022

Zijn steengoede rijden in de editie van 2022 heeft Bouwmans zelfvertrouwen alleszins een flinke boost gegeven. 'Ik geloof nu meer in mezelf. Eén rit winnen kan, hoe lastig ook, als alles op zijn plek valt en je wat geluk hebt. Maar twee keer winnen in 21 dagen én die bergtrui: dat is geen toeval meer. Daardoor kreeg ik het besef dat ik het zeker vaker zou moeten kunnen. Ook in mooie, grote koersen.'

'Ik fiets als knecht alleen maar mooie koersen', vervolgt de welbespraakte Gelderlander zijn relaas. Toch lijkt Bouwman niet helemaal er niet helemaal van overtuigd of hij zijn carrière wil voortzetten bij de zwartgelen. 'Als het deze Giro lukt met Primoz, is mijn jaar geslaagd. Maar ben ik daar tevreden mee, ga ik mezelf nog een x-aantal jaren wegcijferen voor kopmannen, of wil ik voor mezelf rijden? Dat is een tweestrijd, want in deze ploeg gaat dat niet samen. Hoe dan ook: nog steeds word ik elk jaar beter en ik heb echt megaveel moraal om zo goed mogelijk te fietsen. Daar kan ik minstens de komende drie of vier jaar mee vooruit. Ik ben niet met stoppen bezig. Ik ben niet lui aangelegd.'