Favorieten etappe 19 Giro d'Italia 2025

Het loodzware slotweekeinde van de Giro d'Italia is daar. Beginnen daarmee doen we op vrijdag met rit negentien, welke monsterlijk te noemen is. Tussen startplaats Biella en de aankomst in Champoluc moeten er vijf zware cols overwonnen worden, waarbij de besten hoe dan ook boven zullen komen drijven. In de Leiderstrui zet uiteen.

Parcours etappe 19 Giro d'Italia 2025

Favorieten etappe 19 Giro d'Italia 2025 | Siri, kunt u mij een monsterrit in een grote ronde tonen?

Goed, starten doen we dus in Biella. Om de renners iets van tegemoet te komen, verlopen de eerste 3,7 kilometer in dalende lijn. Dat ze daar dan ook heel even van mogen genieten, want vervolgens begint de weg direct omhoog te lopen aan de voet van de Crocce Serra. Deze klim is 11,3 kilometer aan 4,6 procent, maar het zwaartepunt zit hem echt in het begin.

De eerste twee kilometers lopen namelijk respectievelijk aan 8,1 en 6,5 procent omhoog, waar de betere klimmers direct van zullen willen profiteren om hun ticket voor de vroege vlucht te bemachtigen. Achteraan werkt het juist andersom: daar is het zaak om bij elkaar te blijven, omdat je als renner ab-so-luut niet alleen wilt komen te zitten in dit vroege stadium van de etappe.

De laatste 2 kilometer van de Crocce Serra loopt ook aan zes procent omhoog, dus daartussen is het vooral een loper. Met een afdaling die direct volgt en zo'n 25 kilometer vallei daarna, zijn de renners zo al vijftig kilometer ver in deze koninginnenrit van de Giro d'Italia.

Maar dan, de Col Tzecore. 16,0 kilometer aan 7,7 procent klinkt niet eens zo heel onheilspellend, maar de laatste vier kilometer aan 11 procent wel. En dat is nu net het geval bij de Tzecore, die na een afdaling ook nog eens direct overloopt in de volgende zware beklimming.

Dat is de Col Saint-Pantaléon, die met 16,5 kilometer aan 7,2 procent ook als superzwaar bestempeld mag worden. Hier zit het zwaartepunt hem juist weer aan het begin, met enkele kilometers richting de negen procent. In combinatie met de Tzecore kunnen hier dus al serieuze verschillen ontstaan, mare bovenop de Pantaléon volgt er nog altijd zestig kilometer koers.

Via de afzink krijgen de renners opnieuw amper ademruimte tot het volgende obstakel, dat in dit geval de Col de Joux is: 15,1 kilometer bergop, 6,9 procent gemiddeld. Deze is iets regelmatiger dan de voorgaande beklimmingen, maar na alle hoogtemeters die we al in de benen hebben natuurlijk nog altijd cruciaal.

Temeer omdat er slechts een korte afdaling volgt, vooraleer de Antagnod-klim (9,5 km a 4,5%) richting de aankomst in Champoluc in zicht komt. Deze is van een onregelmatig soort, met twee steile kilometers van ongeveer 7,5 procent in het midden. Op de top is het nog vijf kilometer dalen tot in Champoluc, waar nog een technische afdaling met de nodige bochten en ook kasseien ligt.

Beklimmingen
15,1 km: Crocce Serra (11,3 km a 4,6%)
67,0 km: Col Tzecore (16,0 km a 7,7%)
109,3 km: Col Saint-Pantaléon (16,5 km a 7,2%)
145,4 km: Col de Joux (15,1 km a 6,9%)
161,0 km: Antagnod (9,5 km a 4,5%)

Tijden
Start: 12.20 uur
Finish: rond 17.15 uur

Weer etappe 19 Giro d'Italia 2025

De weersomstandigheden helpen vrijdag mee. Geen neerslag, amper wind en voor een bergrit aangename temperaturen.

De Giro d'Italia moet in deze rit wel tot een kookpunt komen. Met een dergelijk parcours is het voor vluchters - hoe goed ze ook zijn - schier onmogelijk om vooruit te blijven en dus denken we toch wel dat het hier tot een apotheose tussen de klassementsmannen komt.

En dan hebben we met de etappes van dinsdag en woensdag wel wat referentiekader. In beide gevallen leek Richard Carapaz (UEF Education-EasyPost) de sterkste klimmer op het moment dat het zwaar en lang werd en dat is dan ook de man die we voornamelijk vooruit schuiven voor deze loodzware rit.

In rit zestien reed Red Bull-BORA-hansgrohe's aangename verrassing Giulio Pellizzari in de slotfase nog weg van Carapaz, terwijl roze trui Isaac del Toro (UAE Emirates-XRG) hem in de punchy finale richting Bornio te slim af was. Beide youngsters kunnen het goed met elkaar vinden, maar zullen los van elkaar hun plek in de top drie moeten aanvallen dan wel verdedigen.

Del Toro en Carapaz hebben ook nog altijd twee andere heren in hun nek hijgen, die nu écht op hun terrein aankomen: Simon Yates (Visma | Lease a Bike) en Derek Gee (Israel-Premier Tech) rijden deze ronde op dieselkwaliteiten en dat kan in het slotweekeinde nog wel eens van pas komen. Hoewel ze niet tot de topfavorieten gerekend worden, valt een coup zeker niet uit te sluiten.

Kijken we nog iets verder, komen we bij pure klimmers als Michel Storer (Tudor), Einer Rubio (Movistar), Damiano Caruso (Bahrain Victorious) en Egan Bernal (INEOS Grenadiers) uit. Mannen met bewezen ervaring in dergelijke monsterritten, maar eerlijkheid gebiedt ons ook te zeggen dat ze tot dusver niet zoveel indruk maken als de eerder genoemde namen. Voor Adam Yates, ploeggenoot van Ayuso, geldt hetzelfde.

En de vroege vlucht? Die moet wel van heel goede huize komen. Bergtrui Lorenzo Fortunato (XDS-Astana) heeft zijn zinnen nog gezet op een ritwinst, net als de afzwaaiende Romain Bardet van Picnic PostNL. Namens die ploeg rijdt ook nummer elf Max Poole nog goed rond. Verder wellicht ijzervreters als Daniel Felipe Martinez (Red Bull-BORA-hansgrohe) of Nairo Quintana (Movistar) nog?