Fitte Groenewegen mikt zondag op sprint: 'Gaan nu op jacht naar een derde'

Dylan Groenewegen zag tot zijn genoegen Michael Matthews de veertiende etappe van de Tour de France winnen. Daarnaast oogde de Nederlandse sprinter na wederom een slopende dag nog opvallend fit. ‘Nu gaan we op jacht naar een derde.’

‘We waren gisteren (etappe dertien, red.) wel teleurgesteld. Vervolgens hebben we geëvalueerd en een plan voor vandaag gemaakt’, vertelt Groenewegen aan de NOS. Dat was om Bling (bijnaam Matthews, red.) mee te hebben in de vlucht. Het liefst hadden we nog een mannetje mee gehad, maar dat lukte niet. Dat hij het in zo’n groep afmaakt, is wel straf. Hij was twee keer tweede, daar baalde hij enorm van, maar hij stuitte twee keer op een sterkere renner. Je zag vanochtend al dat hij getergd was. Deze rit had hij aangekruist. Dat heeft hij waargemaakt met een overwinning.’

Groenewegen oogde na de slopende etappe opvallend fit. ‘Ja nog steeds, maar ik voelde me vandaag niet super. Ik hoop dat het gevoel morgen beter is, al zal het gevoel bij niemand echter super zijn geweest. Hopelijk zijn de benen morgen goed genoeg om te sprinten.’ Zondag gaat de Tour verder met een etappe die zowel kansen biedt voor de vluchters als de sprinters.

Groenewegen: 'Zoveel kansen zijn er niet meer'

Groenewegen verwacht een soortgelijk verloop als in etappe dertien, toen zijn ploeg - Team BikeExchange-Jayco - te laat ging achtervolgen en zodoende met legen handen achterbleef. ‘Het hangt een beetje af van de controle. Sowieso van welke groep er wegrijdt. We moeten daar wat scherper op zijn’, verwijst Groenewegen naar de mislukte achtervolging in etappe dertien.

‘Ik hoop dat we weer een mooie sprint gaan krijgen. Zoveel kansen zijn er niet meer. Het zou mooi zijn als het morgen een sprint wordt en dat ik dan de benen heb om te winnen, maar dat weten we pas morgen’, aldus Groenewegen, die eerder de derde etappe won. ‘Met één etappezege was het al een geslaagde Tour, maar met twee - en zeker met Bling – is dat heel mooi voor de ploeg. Nu gaan we op jacht naar een derde.’