Had Van der Poel met betere radiocommunicatie kunnen winnen? 'Het is al de hele week moeilijk'

Het was weer de grote Mathieu van der Poel-show in de elfde rit van de Tour de France. De Nederlander van Alpecin-Deceuninck ging vrolijk verder met waar hij in de eerste week ook zo mee bezig was: aanvallen, aanvallen, aanvallen. Een derde plek was het resultaat, maar lag niet voor de hand. een verkoudheid en verkeerde radiocommunicatie zorgde voor een penibele situatie.

Voor de etappe vertelde Van der Poel tegenover de NOS dat hij redelijk de rustdag doorgekomen was. 'Een rustdag is altijd welkom, ik hoop dat 'ie voor het hele peloton nodig was. Het is altijd wel fijn, maar soms voel je je na zo'n dag nóg vermoeider. Dat valt nu wel mee, het is vooral fijn dat je even geen programma hebt en rustig aan kan doen', aldus de Nederlander, die wel een beetje verkouden klonk.

De rit naar Toulouse leek een kolfje naar de hand te zijn. 'Het is wel de bedoeling om er weer voor te gaan', bevestigde de winnaar van de tweede etappe. 'Het is even kijken hoe de koers verloopt, maar als er een kleine, controleerbare groep weg is, gaan we zeker mee controleren. We hebben dinsdag de verkenning gedaan van de laatste twee klimmetjes en die laatste is op de limiet. Als Vingegaard en Pogacar daar elkaar gaan bestoken, wordt het moeilijk voor de rest om te volgen.'

Lees verder onder de video!

Van der Poel wist niet van overgebleven kopgroep: 'Kreeg pas later te horen'

Zover kwam het niet: Van der Poel vertrok na twee uur keiharde koers samen met onder meer Wout van Aert op zoek naar de koplopers. Uiteindelijk kwam hij er nooit: na zijn versnelling op de slotklim kwam hij tot op zeven tellen, maar de overwinning ging naar Jonas Abrahamsen. De voormalig wereldkampioen dacht dat zijn versnelling voor de overwinning was. 'Het was een onoverzichtelijke situatie. Ik kreeg pas later te horen dat er nog twee man voorop reden, dus dat is jammer.'

Het was zo'n verschroeiende demarrage dat het leek alsof dat de hele dag het plan was. 'Eigenlijk niet', hijgt Van der Poel uit. 'Ik had niet het gevoel dat ik nog iets in de benen had, toen Quinn Simmons op de voorlaatste klim ging. Toen Wout reageerde, zat ik echt op de limiet. Dat tussenstukje heb ik nog geprobeerd te herstellen, maar ik had niet verwacht dat er nog iets op ging zitten.'

Daar liet hij Van Aert, Axel Laurance (INEOS Grenadiers) en Arnaud De Lie (Lotto) achter zich, waarna hij dacht dat hij - met het inhalen van Simmons en Mathieu Burgeaudeau (TotalEnergies) op kop lag. 'Op een gegeven moment wel. Het is al de hele week moeilijk met de radiocommunicatie. Ik denk dat het, omdat we met zoveel zenders in de Tour zijn, een beetje hapert. Ik dacht dat de groep voor ons de kopgroep was, maar ik had al vrij snel door aan de motors dat er nog renners voor reden.'

Lees verder onder de video!

Verkouden Van der Poel: 'Daarom was ik in het begin terughoudend'

Hij wist het gat nog bijna dicht te rijden: het verschil van 35 seconden liep terug tot slechts een tel of 7, maar het tweetal kon strijden voor de zege. 'Ik wist wel dat het moeilijk ging worden. Ik moest natuurlijk ook een beetje te doseren, maar ik wist dat ze door zouden blijven rijden om met z'n tweeën te sprinten.' Daar legde Abrahamsen zijn rivaal Mauro Schmid (Jayco-AlUla) er nipt op.

Van der Poel dacht aanvankelijk dat het aan zijn ploeggenoten zou zijn om te strijden om de zege. 'Ik was zeker niet top in het begin, ik had ook gezegd tegen de ploeg dat ze mochten beginnen meekoersen. Op een gegeven moment kom ik toch een beetje in de koers vooraan, dan zag ik het gebeuren en dan zat ik ook wel mee.'

Na de finish bevestigde hij tevens zijn verkoudheid. 'Maar ik hoor veel renners in het peloton met hetzelfde probleem. Ik had een beetje zwaar hoofd, maar het werd wel beter naarmate de wedstrijd vorderde. Daarom was ik in het begin ook een beetje terughoudend.'