'Ik raak erg gemotiveerd van samen trainen'; hoe Van der Poel van Philipsen een betere klassiekerrenner gaat maken

Voor Jasper Philipsen was 2025 eens niet een waar droomjaar. Natuurlijk, hij won de eerste etappe van de Tour, pakte het geel en won drie ritten in de Vuelta, maar twee valpartijen gooide roet in de rest van zijn seizoen. In het nieuwe koersjaar hoopt de Belgische sprinter een nieuwe stap te zetten, en vooral in het voorjaar - met hulp van Mathieu van der Poel.

Philipsen begon het jaar moeizaam, met een zegeloze UAE Tour. Het was de eerste keer dat hij niet in een rittenkoers won sinds 2022. 'Als je gewoon bent om in meerdaagse wedstrijden een rit te winnen, ga je er altijd naartoe met als doel te proberen winnen', vertelt hij aan Het Nieuwsblad. 'En ik ben natuurlijk een winnaarstype. Maar we hadden met de ploeg hogere doelen. Er worden keuzes gemaakt in de voorbereiding in functie van het klassieke werk.'

Dat gaat nu weer gebeuren. De winnaar van Milaan-Sanremo in 2024 hoopt zijn prestaties op de kasseien opnieuw een boost te geven. Natuurlijk zijn de grote rondes belangrijk, maar daar heeft hij al genoeg succes gekend. 'In 2026 wordt dat opnieuw de aanpak: ik wil in het eerste gedeelte van het seizoen klassiek renner zijn en ga daar mijn trainingen op richten.'

Van der Poel is een belangrijke schakel in dat proces. De Belg en de Nederlander trainen vaak samen en zwepen elkaar lekker op. 'Ik raak erg gemotiveerd van samen trainen en plezier maken', vertelt de spurter van Alpecin-Deceuninck. 'Soms gaat het dan tegen elkaar op. De ene begint een half wiel voor te rijden, de andere doet mee en voor je het weet, zit het spel op de wagen en zijn we aan het ronddraaien. Geweldig.'

Lees verder onder de foto!

Sanremo wordt lastig, maar Philipsen richt zich vooral op Roubaix

Maar zelfs met de hulp van de Nederlander wordt het lastig voor Philipsen om een nieuwe zege in La Primavera te behalen, weet hij zelf ook. De manier waarop Tadej Pogacar tekeer ging, maakte de koers keihard. 'Mathieu is ook supersterk in dat soort inspanningen. Renners met mijn profiel moeten gewoon hopen dat er niet veel gebeurt voor de Poggio. En dan proberen te overleven. Als ze echt al beginnen op de Cipressa, zeg ik ciao.'

Een andere wedstrijd waar hij al top was, was Parijs-Roubaix. In 2024 werd hij tweede, en een jaar later werd hij - niet lang na zijn harde val in Nokere Koerse - gelost door Van der Poel en Pogacar in de strijd om de Kassei. Maar de zege in de Hel van het Noorden staat bovenaan het lijstje. 'Het is een wedstrijd waar ik echt voor leef, waar ik veel passie voor heb en zelfs geëmotioneerd van word als ik eraan denk.'

'Voor wedstrijden als Parijs-Roubaix ben ik ooit beginnen koersen', gaat hij verder. 'Die sluiten aan bij mijn DNA en dat van de ploeg en ze leven in België. Ik vind het leuk dat ik daarop kan focussen. Misschien verschuift dat over een paar jaar en ga ik me meer richten op sprints omdat ik dat intrinsiek het beste kan. Maar wie niet waagt, wie niet wint.'