Philipsen trekt woede over motoren snel weer in: 'We reden volle bak en kwamen geen meter korter'

Jasper Philipsen (Alpecin-Deceuninck) kwam vrijdag voor de tweede dag op rij tekort tegenover een groepje van drie, waardoor er voor de Belg niet meer inzat dan de vierde plek. Dat leverde direct na afloop wat frustratie op, maar die was even later al wat afgezwakt.

'Zeg maar dat de motoren al twee keer de koers bepaald hebben', foeterde de spurter na afloop. Bij Sporza kwam hij iets later langs en toen was de adrenaline al wat gezakt. 'Dat over die motor laat ik in het midden, daar ga ik me nu niet over uiten. We reden volle bak en kwamen geen meter korter, dus ze moeten wel enorm sterk zijn geweest', stelde de Belg.

Al bij al keek Philipsen terug op een 'zware dag' met kompaan Mathieu van der Poel in de kopgroep. 'Ik ga er even van moeten bekomen. 'Mathieu had zeker de kans om vrij te rijden en ik had graag iets teruggedaan voor hem ook, maar uiteindelijk kwamen we in achtervolging terecht en toen heb ik de punten gepakt. Het doel was de etappe en die had ik graag met Mathieu gewonnen. De groene trui heb ik nu op zak, maar we moeten eerst over de Vogezen geraken.'

Alpecin-Deceuninck-ploegleider: 'Als dat zo is, dan moet de jury ingrijpen'

Ploegleider Bart Leysen trok dezelfde conclusies. 'De mannen zaten waar ze moesten zitten. Er was een sterke groep achter die drie, maar zij waren dan waarschijnlijk iets sterker', waarmee ook hij weinig woorden wenste vuil te maken aan de eventuele invloed van motoren voor de kopgroep. 'Als dat zo is, dan moet de jury ingrijpen. Daar kunnen wij niets aan doen.'

Voor Philipsen was het alleszins niet makkelijk gedurende de rit. 'Als je drie of vier ritten gewonnen hebt, word je geviseerd. Wij zouden hetzelfde doen als het andersom zou zijn. We zijn ver in de Tour en er zijn veel ploegen die nog niets hebben gewonnen, dus het is niet gek dat ze op ons wiel rijden', zei Leysen over het gebrek aan ruimte dat zijn kopmannen kregen.