2020 was voor Merijn Zeeman een achtbaan van emoties. De sportief directeur van Jumbo-Visma kende mooie momenten met Wout van Aert en Primoz Roglic, maar er waren ook grote tegenslagen. In gesprek met het AD blikt Zeeman terug op een turbulent jaar.
Natuurlijk gaat het vooral over de Tour de France. Jumbo-Visma was drie weken op weg naar het geel met Roglic, maar in het slotweekend stuntte Tadej Pogacar met een ongekende ommekeer. 'De teleurstelling zal nooit echt verdwijnen. Natuurlijk heb ik er best lang last van gehad. Soms nog steeds. Maar het leven gaat ook weer verder. Ik vind het bovenal gewoon ontzettend jammer dat het niet gelukt is. Vooral voor die jongens die er zo hard voor hebben gewerkt', zo kijkt hij erop terug.
De Nederlander is trots op wat Jumbo-Visma heeft neergezet en hij heeft een positief gevoel bij de weg richting de Tour. In de komende jaren moet die gele trui alsnog worden gewonnen, met de bagage uit deze editie in de tas. 'De ene kant is heel erg zwart en bizar pijnlijk. De droom waarvoor we zo hard hebben gewerkt is nog niet uitgekomen. Een teleurstelling die we nooit vergeten. Maar kijk naar Primoz. Voor hem was het verlies het ergst. Hij rijdt een week na die enorme deceptie een sterk WK. Twee weken later wint hij Luik-Bastenaken-Luik. Wat een karakter en veerkracht, mentaal zo verschrikkelijk sterk. En dan zou ik moeten blijven treuren? Sporters leren van coaches, maar andersom dus ook. Hij is wat dat betreft een voorbeeld voor mij.'
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties