Sterke Van Aert zag af, maar voelde zich goed: 'Er gaan nog veel veldslagen volgen'

Wout van Aert sleurde zichzelf in de twaalfde etappe van de Tour de France weer in de rol van luxeknecht en deed dat met verve. In zijn groene puntentrui reed hij op de Alpe d'Huez lang op kop, om het tempo voor ploeggenoot Jonas Vingegaard hoog te houden. Na afloop sprak de Belg van een goede dag, maar kijkt hij ook uit naar het restant van de Tour.

Op woensdag wist kopman Vingegaard namens Jumbo-Visma nog een imposante dubbeslag te slaan. Nadat de Nederlandse ploeg de hele dag oorlog had gemaakt, hadden ze Pogacar uiteindelijk uitgeput. De Sloveen moest zijn inspanningen op de slotklim bekopen, maar was donderdag weer zo scherp als een mes. Nadat Van Aert zijn werk had gedaan en ook de overige knechten van Vingegaard waren opgerookt, was alleen Sepp Kuss nog bij de eerste vijf om de Deen bij te staan.

Nadat Kuss een aantal kilometer op kop had gereden, zette Pogacar zijn eerste aanval in. Vingegaard kon op het oog eenvoudig volgen en deed dat nogmaals toen de Sloveen van UAE Team Emirates het nog een keer probeerde. Uiteindelijk kwamen ze gezamenlijk over de meet en was het volgens Van Aert een goede dag voor de ploeg en hemzelf. 'Ik heb afgezien, maar voelde me wel goed. We hebben geprobeerd te controleren en hebben goed doorgetrokken op de klim. Jonas is door zijn lichte gewicht in het voordeel om het zwaar te maken. Hij ziet dan het minst af van allemaal.'

'Ploeg is klaar om trui te verdedigen'

'Het was lastig na de rit van gisteren', zo vervolgt Van Aert zijn verhaal tegenover Sporza. 'De ploeg was goed hersteld en klaar om de trui te verdedigen. Het was een superzware dag, maar er gaan nog veel veldslagen volgen.' Vrijdag zal niet een eerste veldslag zijn, want dan staat er een relatief eenvoudige rit in het middengebergte op het programma. Zaterdag volgt dan wel de eerste proef, als er wordt gefinisht op een steil muurtje.