Stybar en Van der Poel trainden elkaar kapot: 'Reden vaak hard, echt hard'

Zdenek Stybar en Mathieu van der Poel hebben elkaar door de lockdown in april en mei geholpen. Dat vertelt de Tsjech van Deceuninck-Quick-Step in gesprek met de NOS. Of het slim was weet Stybar niet, aangezien hij na de coronabreak nooit echt uit de verf kwam.
Stybar en Van der Poel vonden elkaar als trainingspartners toen heel de wereld op slot ging. 'Het was heel plezant. We reden vaak hard, echt hard, maar stopten ook gewoon bij de bakker voor een koffiebroodje. Als ik een trainingsblok moest doen van de ploeg, dan kroop hij in mijn wiel en andersom ook. Verder reden we gewoon naast elkaar en babbelden we over van alles. Maar pas op hè, wel altijd met gemiddeld veertig kilometer per uur', zo vertelt Stybar.
Van der Poel klaagde recent dat hij in de lockdown te veel had gedaan en ook Stybar beaamt dat het misschien allemaal iets te gek is geweest. 'Ik appte hem, met een knipoog natuurlijk: "Lefevere heeft mij betaald om jou kapot te rijden"', zegt hij grappend. Daarna serieus over zijn eigen vorm: 'Ik was al in Nice voor de start van de Tour de France, toen ik mijn koffers weer moest pakken. Overbelasting van mijn knie. Daarna ben ik nooit meer in de juiste conditie geweest.'
Stybar verwacht zwaar WK veldrijden
Inmiddels is Stybar wel weer in vorm, zo vertelt hij in Het Nieuwsblad. Het is ook de reden waarom hij meedoet aan het WK veldrijden, zonder één cross gereden te hebben dit seizoen. 'Ik had een goed gevoel, maar zondag gaat is het één uur volle bak koers. Dat is niet waar we de voorbije weken op getraind hebben. Bovendien moet ik starten op de achterste rij. Ik weet van vorig jaar wat dat betekent: je bent kapot wanneer je eindelijk vooraan bent. En dan begint de koers.'
Plaats reactie
0 reacties