Tom Pidcock werd vrijdagavond in Mol derde op ruime achterstand van Mathieu van der Poel en Wout van Aert. De Brit van INEOS Grenadiers sprak na afloop met Het Nieuwsblad en wees naar het zand en een hoge hartslag.
Pidcock had tijdens een trainingskamp met INEOS Grenadiers nog indruk gemaakt met een monsterlijke Strava-KOM. Ook in Mol had hij naar eigen zeggen goede benen, wat hij na afloop kon aflezen op de vermogensmeter. 'Ik voelde me zeer fris en dat is een goeie zaak na een trainingskamp. Ik haalde zelfs mijn hoogste hartslag van dit veldritseizoen.'
Renners zijn blij met hoge hartslagen, omdat het aangeeft dat je lichaam in staat is om het maximale uit het hart te halen. En wie een maximaal renderend hart heeft, kan pieken. Het was voor Pidcock niet genoeg om mee te doen met Van der Poel en Van Aert. 'Ik ben blij met mijn derde plaats op dit parcours. Ik heb Sweeck en Hermans, die op het einde heel goed ging, kunnen kloppen.'
Pidcock spreekt van goed begin en goed einde
Voor Pidcock is een derde plaats duidelijk het hoogst haalbare, helemaal als er veel door het zand moet worden gereden. 'Het zal altijd moeilijk voor mij zijn in het zand. Ik train er wel op, maar ik word er maar niet beter in. Het lijkt niet te helpen. Ik zocht mijn ritme, maar dat was uiteraard niet het ritme van Wout en Mathieu.'
Toch kijkt Pidcock met een goed gevoel terug op de cross in Mol. 'De ronde waarin ik moest lossen was geen goede ronde, net als de daaropvolgende. Mijn eerste drie ronden waren goed, op het einde ging ik ook goed, maar tussenin niet. Het was de bedoeling om hier te werken aan de vorm voor de volgende races en op dat vlak kan ik tevreden zijn. Ik heb dus wel vertrouwen opgedaan ja.'
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties