Olympisch MTB-kampioene pleit voor veldrijden op Winterspelen en dit is waarom

'Bikes are fun', is de Instagram-bio van de Zwitserse Jolanda Neff en daar is niets aan gelogen. De olympisch mountainbike-kampioene van Tokio is deze weken op Belgische bodem om door de modder, zand en wat al dan nog te ploegen. Na afloop van de cross in Heusden-Zolder sprak ze met In de Leiderstrui over het hoe en waarom en vertelde ze tevens waarom de sport volgens haar op de Winterspelen thuishoort.

'What are you writing for?', vraagt Neff ons aan het einde van het interview op het circuit van Zolder. 'In de Leiderstrui? Ah, I'm reading that!' Een Zwitsers olympisch kampioene die onze Nederlandse website leest, die hadden we nog niet op de bingokaart.

Het zegt ook wel wat over de 32-jarige Neff, op en top sportvrouw. Want ze hoeft het voor niemand te doen, bij een gevoelstemperatuur van -3 graden Celsius haar rondjes afwerken op een omloop in Heusden-Zolder of all places.

Na twee Wereldbekers - in Namen en Antwerpen - reed ze in Belgisch-Limburg haar eerste Superprestige. 'Het is weer wat anders, maar ook dit vind ik superleuk. Het is gewoon snel en cool en juist dat is zo tof aan het veldrijden. Namen (waar ze direct vijfde werd, red) is Namen, in Antwerpen was het meer zand en hier is het heel snel.'

Als mountainbikester heeft ze natuurlijk de beschikking over een goede techniek en die kon ze gebruiken in Heusden-Zolder, waar ze uiteindelijk achtste werd. 'Er zaten wel wat mooie stukken bos in en ook in het einde zaten wat leuke afdalingen.'

Lees verder onder de foto!

Neff geniet met volle teugen van crossen in België

Het woord 'leuk' is ondertussen al vaak gevallen en dat is dan ook waarom Neff na vijf jaar afwezigheid terug is in het Europese veld. In de winters 2017/2018 en 2018/2019 reed ze de nodige crossen, met een zesde plek op het WK in het Deense Bogense als sluitstuk. Wel reed ze in 2019 en 2020 nog wat Wereldbekers in Antwerpen.

Maar nu is ze er dus vanaf Namen weer bij. 'Ik vind het superleuk om te doen en het is een heel mooie motivatie om te blijven trainen', aldus de Zwitserse, die in de kerstperiode in Antwerpen bivakkeert. 'Onze Wereldbeker begint pas in mei en het is dus perfect om het veld in te duiken richting het mountainbiken. Ik geniet van de wedstrijden én mijn verblijf in België.' Ze spreekt overigens zelfs een beetje Nederlands.

Neff vindt dat cross op Spelen thuishoort

Neff werd in 2020 olympisch kampioen mountainbiken in Japan. Met de geruchten dat ook het veldrijden vanaf de Spelen van 2030 aan de Winterspelen toegevoegd zou kunnen worden, trokken we naar de extraverte dame uit Sankt Gallen. 'Of het op de Spelen zou horen? Yeah, 100%.'

Duidelijk, maar waarom dan? 'Het is een echte wintersport, die ook echt alleen in deze maanden beoefend wordt. I see all the reasons why it should be at the Olympics. En hopelijk gaat het gebeuren', legt ze uit. 'Het is de perfecte sport voor het publiek. Ik weet zeker dat er heel veel mensen zouden komen kijken en het op de TV zouden aanschouwen. Het zou een echte aanwinst kunnen zijn voor de Spelen, met veel nieuwe aanwas.'

Lees verder onder de foto!

Aanwas qua fans, maar ook qua atleten. Neem Neff als Zwitserse, toch een wintersportland bij uitstek. 'Er zou veel meer geld beschikbaar komen vanuit de overheid en dat leidt automatisch tot meer trainingskampen, wedstrijden en jonge kinderen die de sport gaan betwisten. En dat geldt niet alleen voor Zwitserland, maar nog heel veel landen.'

Ze doelt daarmee bijvoorbeeld op types als Jan Christen. Het Zwitserse toptalent van UAE Emirates-XRG werd in 2022 nog wereldkampioen cross bij de junioren, maar rijdt momenteel geen crossen meer. Toen we hem daar twee weken geleden in Benidorm mee confronteerden op de media-dag van zijn team, gaf hij aan dat we dit de komende jaren ook niet hoeven te verwachten en dat de Spelen wat hem betreft nog toekomstmuziek zijn.

Enfin: Neff hoopt in ieder geval dat David Lappartient en de zijnen de sport in 2030 bij de Spelen kunnen laten horen, maar of ze er dan zelf bij is? 'Laten we het hopen. Eerst moet de sport er zelf bijzijn!'