Adrie van der Poel kijkt af en toe naar mountainbiken Mathieu: 'Veel te nerveus'

Mathieu van der Poel staat 26 juli aan de start van zijn grootste hoofddoel dit jaar. In Tokio hoopt hij goud te halen bij de olympische mountainbikewedstrijd. Vader Adrie kan wegens de regels rondom corona niet afreizen, maar vertelt dat hij maar af en toe zal kijken wanneer zijn zoon in actie komt.

Maandag 26 juli om 08.00 uur Nederlandse tijd is het startschot van de mountainbikewedstrijd voor mannen. Oorspronkelijk zou de wedstrijd in 2020 worden verreden, maar dat werd door de regels rondom het coronavirus met een jaar uitgesteld. Van der Poel baalde even, maar wil een jaar later alsnog de gouden medaille mee naar huis nemen. Daarvoor stapte hij eerder uit de Tour de France, waar hij uiterst succesvol was met een indrukwekkende zege in de tweede etappe, waarna hij zes dagen de gele trui om zijn schouders had hangen. Voor de start van de negende etappe stapte de Nederlander van Alpecin-Fenix uit, om zich optimaal voor te bereiden op Tokio. Een begrijpelijke keuze, zo laat ook vader Adrie weten bij het AD. 'De Olympische Spelen is maar eens in de vier jaar, de Tour kun je elk jaar rijden.'

Vanaf dat moment had Van der Poel nog drie weken om zich weer te focussen op een heel andere discipline van de wielersport, waar vader Adrie niet altijd bij aanwezig is. Voor Tokio had hij vorig jaar al een ticket geboekt om zijn zoon aan het werk te zien op de Olympische Spelen. De reis werd geannuleerd, maar in 2021 besloot hij rond alle regels van het coronavirus om gewoon in Nederland te blijven. Toch geeft hij aan dat hij niet continu naar zijn zoon gaat kijken. 'Soms ben ik in de tuin bezig en ga ik af en toe even kijken. Om een uur naar je eigen zoon te zitten kijken op televisie, is niks voor mij. Veel te nerveus. Toen hij Strade Bianche won, ben ik hier in mijn bomen aan het opsnoeien geweest.'