Andrea Bagioli kleurde het najaar en wil nu meer: 'Pogacars versnelling in Lombardije was bizar'

Andrea Bagioli was één van de smaakmakers van het Italiaanse najaar. Hij eindigde als derde in de Coppa Bernochhi, won de Gran Piemonte en eindigde als klap op de vuurpijl als tweede in de Ronde van Lombardije, achter Tadej Pogacar. Zogezegd als eerste dus, van de normale mensen. In gesprek met Tuttobiciweb blikt de jonge Italiaan terug én vooruit: 'Op dat moment wist hij dat we verslagen waren.'

In het interview analyseert Bagioli het verloop van het laatste Monument van het jaar, zijn rol daarin en de omstandigheden. 'In feite was ik de laatste kapitein van Remco Evenepoel. Ik zou tot aan de Passo di Ganda een beschermde status hebben en daarna op aanvallen moeten reageren om Remco te beschermen', zo schetst de 23-jarige allrounder de ploegtactiek die op de morgen van Lombardije was besproken. Een val van Evenepoel leek aanvankelijk niet erg, maar de Belg had er later toch best veel last van. 'In zekere zin klom ik toen in de pikorde en mocht ik voor mijn kans gaan.'

Bagioli zoekt andere oorden op: 'Fijn team met Italianen, en gebrand mijn plekje te verdienen'

Bagioli zat vervolgens in de diepe finale met Tadej Pogacar en Primoz Roglic. De Italiaan van Soudal-Quick-Step keek met bewondering naar vooral Pogacar. 'Hij zakte naar achter maar bekeek zijn tegenstanders. Daarna kwam hij naar voren en viel aan. Iedereen was kapot. En toen versnelde hij nóg een keer, exact op het moment dat hij wist dat de rest pijn leed.' De sprint om best of the rest wist Bagioli te winnen: 'Het geeft veel voldoening dat ik daar Roglic versloeg.'

Inmiddels is Bagioli vertrokken bij de ploeg van Evenepoel, hij rijdt in 2024 voor Lidl-Trek. Hij denkt zich gauw thuis te gaan voelen aldaar. 'Ik tref er straks zes landgenoten. Dat is fijn. En ik houdt van competitie. Dat ben ik gewend vanuit mijn oude ploeg, met Evenepoel maar ook Julian Alaphilippe. Ik wil graag mijn plekje daar verdienen', besluit het talent.