Benoot kent Vuelta-aankomst op Sierra Nevada: 'Eerste vier kilometer zijn verschrikkelijk lastig'

Er staat de renners in de Vuelta a España zondag een zware bergetappe te wachten, met aankomst boven op de Sierra Nevada. De slotklim is 19,3 kilometer lang en heeft een gemiddelde stijgingspercentage van net geen acht procent, met zelfs pieken tot twintig procent. Tiesj Benoot, niet in de Vuelta maar wel in de lappenmand na een zware crash op training, gaat geregeld op hoogtestage naar de Sierra Nevada en laat bij HLN zijn licht schijnen op de slotklim van de vijftiende etappe.

'De eerste vier kilometer zijn echt verschrikkelijk lastig: een muur, een beest. Dat is een klim die ik op training altijd vermijd. Ik ga daar sinds 2017, vaak meerdere keren per jaar. Maar via die muur ben ik hooguit twee keer naar boven gereden. Daarna wordt het minder steil', zo vertelt Benoot.

De cijfers van de slotklim boezemen ongetwijfeld angst in bij het Vuelta-peloton, maar het had nog erger gekund. 'De renners hebben geluk. De eerste plannen waren om de finish op 2.800 meter te leggen. Dat is geweigerd, omdat de renners dan door een beschermd natuurgebied hadden gemoeten. Daar rijden we op hoogtestage soms naartoe. De finish ligt nu bij 2.512 meter. Daar staat een bareel. Op hoogtestage duiken we onder de bareel en rijden we nog hoger', aldus de renner van Jumbo-Visma.

'Of Remco twee-drie minuten kan verliezen? Dan spreken we eerder van een inzinking, dan van het effect van de hoogte'

Men spreekt altijd van de magische grens van de 2.000 meter hoogte. Met de aankomst op 2.512 meter boven zeeniveau zou het wel eens kunnen dat er renners ten gevolge van de hoogte door de mand vallen. Al zet Benoot daar wel een kanttekening bij. 'Het is zeker geen rit zoals de Touretappe met aankomst op de Col du Granon op 2.400 meter. Dan waren we eerst al over de Galibier gereden, met een top op 2.630 meter hoogte. In termen van hoogte was die etappe veel zwaarder dan de Vueltarit van zondag.'

Ook op de prestaties van Remco Evenepoel zou de impact van de hoogte al bij al beperkt moeten blijven, zo oordeelt Benoot. 'Of Remco door de hoogte twee-drie minuten kan verliezen? Dan spreken we eerder van een inzinking, dan van het effect van de hoogte. Pas in het laatste halfuur gaat hij boven 1.800 meter koersen.'