Toen Arnaud Démare onlangs zijn afscheid aankondigde, wist Frankrijk zeker: het zou een flink karakter en absolute zegekoning kwijtraken. De Franse spurter zwaaide na zijn geliefde Parijs-Tours af en dat biedt ons de mogelijkheid om terug te blikken. Démare zou de man worden die overeind zou blijven wanneer de rest viel, al maakte zijn ploeg het zelfs hem onmogelijk.
In Beauvais zag een kleine Arnaud Démare op 26 augustus 1991 het licht. In 2008 volgden de eerste resultaten in het wielrennen, maar voor zijn doorbraak moest nog gewacht worden tot 2011. Bij de beloften won de toen nog 19-jarige sprinter al heel wat wedstrijden, wat hem een stageplek opleverde bij FDJ.
Toch reed hij in het shirt van Frankrijk toen we hem zijn écht grote doorbraak zagen beleven. Op het WK in het Deense Kopenhagen verschenen de Fransen met een sterke ploeg aan de start van de beloftenwedstrijd en zo controleerden zij de hele dag. Een sprint met Démare was waar ze het voor deden en dat deed de inmiddels twintigjarige Fransman geweldig.
Adrien Petit, die dit jaar eveneens besloot zijn fiets aan de wilgen te hangen, was die dag de laatste lead-out voor Démare, maar de Franse dominantie was de hele wedstrijd zichtbaar. Petit leverde zijn sprinter uiteindelijk perfect af en werd zelf kort daarachter tweede. Beide renners kwamen juichend over de streep en de beelden, in combinatie met het Franse commentaar, zorgen in Frankrijk ongetwijfeld nog voor kippenvel op de armen.
Lees verder onder de video!
Démare maakt bij FDJ meteen indruk en bevestigt een jaar later
Het stagecontract van 2011 werd logischerwijs een profcontract in 2012 en zo debuteerde Démare dat jaar op het allerhoogste niveau. Veel tijd om te acclimatiseren had de Fransman niet nodig, daar hij in zijn allereerste wedstrijd van het jaar, de Tour of Qatar, al raak schoot. In de slotetappe was Démare de snelste en dat zou de eerste van heel veel zeges worden.
De Fransman leek sprinter pur sang, maar ook in het klassieke werk imponeerde hij al snel. Zo won hij in datzelfde 2012 al de GP Samyn en boekte hij later dat jaar zijn eerste écht grote klassieke zege in de Vattenfall Cyclassics. Een debuut in de Giro d'Italia zat er dat jaar ook al in, maar dat bleek iets te vroeg, getuige zijn opgave in etappe veertien.
Met zes zeges sloot Démare zijn volledige debuutjaar af en dat zou uiteindelijk een van de minst scorende seizoenen zijn van zijn carrière. Het jaar erna zou namelijk in het teken staan van Démare's bevestiging en daar liet de Fransman met negen zeges absoluut geen twijfels over ontstaan. Zonder deelname aan grote ronden bracht hij zodoende zijn totaal op vijftien zeges.
Lees verder onder de video!
Démare wordt sprintkopman bij FDJ, maar verschuift (met succes!) de focus
Dat aantal verdubbelde Démare in 2014, waarin hij maar liefst vijftien keer won. Daarbij zat ook een eerste Franse kampioenstrui op de weg. Verder stond dat jaar in het teken van kopmanschap in het voorjaar, waarin een écht grote zege uitbleef, en zijn debuut in de Tour de France. Dat ging vrij anoniem, al werd hij wel tweemaal derde.
Door het vertrek van Nacer Bouhanni was Démare vanaf 2015 nu echt de absolute sprintkopman van FDJ. Succesvol bleek die zet echter niet. De Franse formatie zag de Fransman het jaar met maar twee zeges eindigen. Opvallend genoeg waren dat twee zeges in de Baloise Belgium Tour, waarin Démare twee keer Tom Boonen erop legde in lastige sprintjes.
De conclusie? Dat de focus toch wat meer op de klassiekers mocht. Die aanpak slaagde in 2016 meteen, daar Démare in dat jaar een van zijn mooiste overwinningen boekte. Na een zege in Parijs-Nice ging hij met vertrouwen naar Milaan-Sanremo, waar de toen 24-jarige Démare wist te winnen in een chaotische sprint. Daarmee schreef de in Beauvais geboren renner zijn eerste Monument op zijn naam, wat uiteindelijk ook zijn laatste zou blijken.
Lees verder onder de video!
Na Milaan-Sanremo wint en blijft Démare ook in de Tour uit de problemen
Veel won Démare niet in 2016 en zo kwam het totaal op 37 te staan. Dat totaal zou hij in 2017 op 47 brengen en in dat jaar schoot Démare ook voor het eerst raak in de Tour. In etappe vier naar Vittel liet hij Alexander Kristoff, André Greipel en oud-ploegmaat Nacer Bouhanni (in zijn Franse kampioenstrui) zijn hielen zien en dat zorgde voor geweldige beelden van ploegbaas Marc Madiot in de bus.
Opvallend genoeg was die sprint, net zoals zijn zege in Milaan-Sanremo, behoorlijk chaotisch. Was het in Italië nog Fernando Gaviria die ten val kwam, was het in de straten van Vittel Mark Cavendish die door Peter Sagan de hekken in werd gebeukt. De Brit zou een dag later de Tour verlaten, terwijl de Slowaak, die een dag eerder nog won, uit de Tour werd gezet door zijn gevaarlijke manoeuvre.
Démare bleef dus wel overeind en pakte het groen, de trui die hij een aantal dagen zou dragen. Erg succesvol zou de Tour niet eindigen, daar de sprinter, samen met drie andere ploeggenoten, buiten tijd over de meet kwam in etappe negen naar Chambéry. Dan maar de focus op het najaar, waarin er werd gewonnen in de Brussels Cycling Classic.
Lees verder onder de video!
Keuze voor Giro blijkt een succes, 100 zeges komen steeds dichterbij
Het zegetotaal van Démare ging in 2018 van 47 naar 56. Dat jaar reed de Fransman zijn tweede Tour, waarin het aanvankelijk niet wilde lukken in de sprints. In etappe achttien naar Pau schoot de spurter echter wel raak: zijn tweede zege in de Tour en dat zou uiteindelijk ook zijn laatste blijken.
Dat komt omdat Démare er vanaf 2019 voor koos om de Ronde van Italië te rijden in plaats van de Tour. In zijn Giro-debuut was het in etappe tien meteen raak en werd de Fransman uiteindelijk tweede in de strijd om de paarse trui. Met vijf zeges was het echter geen heel denderend jaar en dus moest Démare zich in 2020 herpakken.
Dat gebeurde, al liep het 2020-seizoen door COVID wel behoorlijk in de soep. In de in oktober verreden Giro won hij maar liefst vier keer en won hij het puntenklassement, terwijl hij in dat COVID-jaar met veertien zeges de renner was met de meeste overwinningen. Daarbij zat ook een derde Franse kampioenstrui.
In die kampioenstrui won hij in 2021 nog zeven keer, waarna hij zich toch maar weer aan de Tour ging wagen. In etappe negen kwam hij buiten tijd binnen en zo volgde er geen nieuw Toursucces. De blik ging op de Vuelta, maar dat werd een kleine deceptie. Met een indrukwekkende zege in Parijs-Tours kwam 2021 uiteindelijk ten einde. De zegeteller? Die was opgelopen tot 84.
Lees verder onder de video!
FDJ-avontuur komt op pijnlijke wijze ten einde, Arkéa biedt uitweg
2022 stond in het teken van een terugkeer naar de Giro en dat bleek een uiterst succesvolle beslissing: met drie etappezeges op zak werd Démare in Verona in de paarse puntentrui gehesen. Met nog vier overwinningen in het najaar werd er dat jaar zevenmaal gewonnen en kwamen de 100 zeges steeds dichterbij. Met 91 zeges op zak had de Fransman er nog negen nodig.
Dat had dan in 2023 al kunnen gebeuren, al ging dat jaar toch allesbehalve soepel. In de winter had Marc Madiot hem een plekje in de Tourselectie beloofd, maar dat kwam er niet van. Dat plekje ging naar David Gaudu, de ploeggenoot die hem in dezelfde winter online had beledigd. Een rel ontstond zodoende tussen Démare en de ploeg waar hij al dertien seizoenen onder contract stond.
De oplossing werd uiteindelijk een transfer naar Arkéa, halverwege 2023. Een pijnlijke exit, maar Démare noemde het 'het beste wat hem had kunnen overkomen'. Voor de nieuwe ploeg boekte hij datzelfde jaar al twee zeges en zo kwam het totaal, na zijn twee laatste zeges voor Groupama-FDJ in het voorjaar, op 95 uit. En wie werd er achter Démare tweede bij zijn eerste overwinning voor Arkéa? Paul Penhoët, sprinter van... juist ja, Groupama-FDJ.
Lees verder onder de foto!
Démare komt 3 zeges tekort voor de magische 100
Bij een moeilijk draaiend Arkéa mocht Démare wel naar de Tour van 2024, maar van hoogvorm was absoluut geen sprake meer. Een anoniem voorjaar leidde tot een anonieme Tour, waarna er in het najaar nog twee kleine zeges werden geboekt in Frankrijk. Het totaal kwam zodoende op 97 uit, maar door de ogenschijnlijke weggevallen vorm en toegenomen leeftijd, leek de 100 lastig te gaan worden.
Bij 97 zou het uiteindelijk ook blijven. In 2025 werd hij wel nog vijf keer tweede, maar een overwinning zat er simpelweg niet meer in. Dat leek er in de Tour Poitou-Charentes nog wel op, maar Jason Tesson werd uiteindelijk uitgeroepen tot winnaar. Na een laatste Tour werd Démare's carrière afgesloten in Parijs-Tours, de koers die hij al tweemaal wist te winnen.
In zijn belangrijkste overwinningen bleef Démare uit de problemen en zo kwam hij op maar liefst 97 zeges uit. Een romantisch einde van een carrière bij enkel de FDJ-ploeg zat er niet in, maar als de sprinter uit Beauvais niet uit die problemen kon blijven, zal dat ongetwijfeld niet aan hem gelegen hebben. Frankrijk verliest een van zijn meest succesvolle renners, het peloton verliest een renner met karakter. En een renner met veel zeges. Heel veel zeges.
Merci pour tout, Arnaud!
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties