Gespot op Strava: Pogacar hervindt in Il Lombardia z'n beangstigend sterke Tourvorm

Renners zijn niet altijd even open over hun prestaties, vermogens en gegevens, maar Strava biedt bij veel mannen en vrouwen toch uitkomst. Wie reed er records aan puin tijdens trainingen en hoe presteerden de renners in wedstrijden? In de Leiderstrui kijkt in 'Gespot op Strava' naar de cijfers achter de prestatie. Deze week: de Ronde van Lombardije.

Een redelijk nieuw parcours, nieuwe beklimmingen en een ijzersterk deelnemersveld; de Ronde van Lombardije was vooraf al iets om naar uit te kijken. Het stelde geen moment teleur, met een ijzingwekkend hoog tempo en een heerlijke strijd om de zege op de Passo di Ganda. Tadej Pogacar zegevierde en zoals altijd deelde hij met alle liefde z'n gegevens op Strava. Nummer twee Fausto Masnada en nummer vijf Alejandro Valverde deden dat ook, zodat we een fijn vergelijk hebben.

De Ronde van Lombardije 2021 in cijfers

Net als Parijs-Roubaix van vorige week beginnen we met de harde cijfers van Il Lombardia. Pogacar registreerde 231 kilometer en die legde hij af in de vijf uur, 55 minuten en 52 seconden. Daarmee overlegde hij een gemiddelde snelheid van 38,9 kilometer per uur, met 4.573 hoogtemeters onderweg. Pogacar haalde een maximale snelheid van 86,4 kilometer per uur en reed de hele dag gemiddeld aan een cadans van 90 omwentelingen per minuut.

Omdat de jonge Sloveen geen vermogensgegevens deelt, kunnen we bij Valverde een beetje zien hoe zwaar de dag was. De 41-jarige Spanjaard werd zoals gezegd dus vijfde, op 51 seconden van Pogacar en Masnada. Valverde overlegde over de hele dag een gemiddeld gewogen vermogen van 296 watt, wat met zijn door ProCyclingStats gestelde gewicht van 61 kilogram gelijk staat aan 4,85 watt per kilogram. We dagen de gemiddelde wielertoerist uit dit vermogen voor een uur te trappen: succes! (en dan te bedenken dat Pogacar nóg harder ging...)

Pogacar noteert Tourwaardes op Passo di Ganda

De koers werd al vroeg hard gemaakt door de ploegen die we hadden verwacht. Jumbo-Visma en Deceuninck-Quick-Step deden hun deel en ook UAE Team Emirates reed mee. Op de San Pellegrino en Passo Zambla werden de benen al flink getest. De twee beklimmingen - 24,34 kilometer bij elkaar - werden in 51 minuten en zeven seconden omhoog geknald. Pakken we Valverde er weer even bij, dan moest de Spanjaard daar al 320 watt gemiddeld overleggen voor dik 51 minuten. Dat is met 5,24 watt per kilogram al flink, een afmattingskoers dus.

Deceuninck-Quick-Step nam in de afdaling van de Passo Zambla de leiding en slokte nog voor de voet van de Passo di Ganda de laatste vluchters op. Daarna was het de beurt aan de kopmannen. Vincenzo Nibali opende eigenlijk de koers met twee aanvallen op rij en hij kreeg Romain Bardet nog even mee. Zij werden echter overvleugeld door Pogacar. De Sloveen stoomde door en vond de benen waarmee hij in de Tour de France dit jaar al zo'n indruk maakte. Zijn waardes waren dan ook Tourwaardig. Pogi beklom de Passo di Ganda (9,18 kilometer aan 7,1 procent gemiddeld) in slechts 22 minuten en 49 seconden. Daarmee haalde hij gemiddeld 24,2 kilometer per uur. Volgens wattage-fan Mihai Simion ongeveer 6,5 watt per kilogram.

Een mooi getal, maar hoe verhoudt zich dat tot de rest? Valverde kwam in de groep met overige favorieten boven en hij reed 387 watt gemiddeld over de hele klim. Dat is voor hem 6,34 watt per kilogram, een indicatie dat de groep achter Pogacar niet veel harder had gekund. Dat was ook wel duidelijk over de top, want na de afdaling zaten de meesten op de limiet en deugde de achtervolging van geen kant.

Masnada vliegt omlaag, maar Pogacar is beter

Masnada kwam als enige bij Pogacar dankzij zijn daalkunsten op de Passo di Ganda. Op een ongelofelijk technisch gedeelte met heel veel haarspeldbochten maakte de Italiaan van Deceuninck uiteindelijk bijna twintig seconden goed op Pogacar. Die daalde - getuige de KOM-lijst van de afdaling - het op één na snelst na Masnada en ongeveer net zo snel als de andere favorietengroep. Masnada was echter in 5.18 minuten beneden, Pogacar in 5.38 minuten. Masnada reed gemiddeld 55,3 per uur naar beneden, Pogacar 54,0 per uur.

De wonderafdaling van Masnada was prachtig, maar toen de twee bij elkaar waren, was al snel duidelijk dat Pogacar de sterkste was. De Sloveen deed al het werk - omdat de Italiaan niet mocht overnemen - en overlegde alsnog een gemiddelde snelheid in de laatste 25 kilometer van dik 43 kilometer per uur. Masnada zat in het wiel, maar werd er alsnog bijna afgereden op de Boccola, het laatste klimmetje van 1,6 kilometer aan 7,1 procent. De Italiaan moest er 413 watt gemiddeld uitpersen om het wiel te houden. Dat is met zijn 65 kilo een gemiddelde van 6,35 watt per kilogram.

Pogacar zal vertrouwen hebben gekweekt op dat klimmetje, want hoewel Masnada erbij bleef, was wel duidelijk dat hij weinig meer over had. De sprint om de winst werd dan ook een ongelijke strijd. Masnada haalde een piek van 61,6 kilometer per uur en 1.016 watt in de spurt, maar zelfs met die snelheid en dat vermogen werd hij nog volledig uit het wiel gereden door Pogacar, die nog een stoot van 63,4 kilometer per uur maximaal in z'n benen had. Een magnifieke performance van Pogacar, die de hele wereld nog eens liet zien hoe beangstigend goed hij is als de topvorm in de kuiten zit.

Voor meer Gespot op Strava, klik hier.

Bram van der Ploeg (Twitter: @BvdPloegg | e-mail: b.vanderploeg@indeleiderstrui.nl)