Kritische geluiden na Milaan-Sanremo: 'Van der Poel zat te ver op de Poggio'

De 2021-editie van Milaan-Sanremo was in meerdere opzichten interessant. Jasper Stuyven werd achteraf de sterkste genoemd door Mathieu van der Poel, maar was misschien ook wel de slimste. Hebben andere renners of ploegen steken laten vallen?

Voorafgaand aan La Primavera werd een droomscenario geschetst waarin 'De Grote Drie' met elkaar de degens zouden kruisen op de laatste klim van de dag: de Poggio. Julian Alaphilippe probeerde het als een van de weinigen nog wel op de heuvel, maar zijn poging werd geneutraliseerd. INEOS Grenadiers had kort daarvoor al stevig doorgereden, maar kon de wedstrijd met Michal Kwiatkowski of Tom Pidcock niet afmaken.

De tactiek van de Britse formatie maakte op sociale media daarom enkele tongen los, waarna Filippo Ganna zich genoodzaakt voelde om te reageren. Men vroeg zich af waarom de Italiaan als meesterknecht gebruikt werd, daar hij met een verschroeiend tempo de Poggio opreed. De wereldkampioen tijdrijden vertelde na Tirreno-Adriatico licht ziekjes te zijn geweest en dat de tactiek op basis daarvan beslist werd. Retorisch, maar enigszins cynisch vroeg hij zich af: 'Zullen we niet met zijn allen de ploegleider gaan uithangen?'

Lees verder onder de post.

Zat Van der Poel te ver op de Poggio?

Ook Van der Poel was onderwerp van gesprek, al ging het bij hem over zijn positie op de Poggio. Na afloop van de race liet de Nederlander direct weten dat hij volgens zichzelf geen fouten gemaakt heeft, maar dat het een kwestie was van keuzes maken. Naar zijn idee stond de wind 'te makkelijk' en lag het tempo te hoog. In de Leiderstrui zag in Gespot op Strava dat er inderdaad erg hard over de laatste puist gereden werd.

Toch denken sommige analisten er wat anders over. José De Cauwer, Eddy Merckx en Thijs Zonneveld zijn het er eigenlijk unaniem over eens dat de Nederlands kampioen niet op de juiste positie zat toen het peloton de Poggio opdraaide. In verschillende media gingen de heren in op het voorval: is het een fout of was het van niet beter kunnen?

Lees verder onder de afbeelding.

'Misschien moest Van der Poel in overdrive'

'Van der Poel vond ik zelf wat te ver zitten', vertelt De Cauwer bij Sporza. 'Toen eerst Alaphilippe en daarna Van Aert gingen, moest hij toch van ver komen. Misschien moest hij daardoor nodeloos in overdrive gaan, anders hij op de top van de Poggio misschien wél nog die versnelling gehad. Laten we het een klein foutje noemen.'

De Belgische commentator wil niet aannemen dat vermoeidheid een rol speelde bij de positie van Van der Poel. Dat is iets wat Eddy Merckx bij Het Nieuwsblad wel suggereert. 'Ik vermoed dat Van Aert, Van der Poel en Alaphilippe niet volledig hersteld waren van een zware Tirreno-Adriatico. Dat hing volgens mij nog een beetje in hun benen.' Hij wijst naar het feit dat Caleb Ewan ook nog in het groepje zat: 'Volgens mij waren ze niet honderd procent, anders waren ze wel weggereden.'

In de podcast van In het Wiel wordt de mogelijkheid besproken dat Van der Poel niet voldoende ondersteuning had van zijn ploeggenoten op het eind, maar Zonneveld ziet ook nog iets anders. Hij vraagt zich af of de klasse van Van der Poel niet ook een rol speelt: 'Als je zo goed bent als hij, heb je misschien ook niet helemaal door waar je moet zitten. Ik krijg soms het gevoel dat hij denkt: 'Komt zo wel. Ik rijd er wel een paar voorbij.''

Adrie van der Poel: 'Van Aert of Mathieu kun je niks verwijten'

Adrie van der Poel, de vader van, beaamt bij Het Nieuwsblad dat zijn zoon niet super gepositioneerd zat op de Poggio. 'Maar dat heeft hem niet gehinderd om er bovenaan wel bij te zijn.' Volgens de oud-coureur valt hem, maar ook Wout van Aert, niets te verwijten. Beide heren hadden op de top van de beklimming geen ploeggenoten meer over: 'Dan kun je gewoon niet overal op reageren.'

Van der Poel senior vindt ook dat de vijfde plek van de Nederlands kampioen weinig zegt: 'Hij heeft in de spurt nog een alles-of-nietspoging gedaan en is van heel ver aangegaan. Legt hij zich al neer bij het feit dat de zege weg is, sprint hij anders en staat hij misschien wél op het podium.'