Lefevere: 'Asgreen op weg om een absolute topper te worden; hij is Lampaert al voorbij'

Voor velen kwam de overwinning van Kasper Asgreen in de Ronde van Vlaanderen als een verrassing, maar daar sluit Patrick Lefevere zich niet bij aan. 'Wij weten hoe snel hij kan rijden. Iedereen heeft gezien hoe hij de E3 Harelbeke won', zo spreekt de ploegmanager van Deceuninck-Quick-Step in een interview met Het Laatste Nieuws.

Zo'n anderhalve week geleden mocht Asgreen eveneens zegevieren in de E3 Harelbeke. Mede dankzij die overwinning werd hij door de buitenstaanders dan ook aangehaald als een van de (schaduw)favorieten voor de Ronde van Vlaanderen, maar wat verwachtte de ploeg zelf van de Deen? 'Kasper vond dat wij in de ploeg zijn sprint onderschatten', vertelt Lefevere. 'We hadden hem gezegd dat, als hij in een kleine groep naar de finish zou rijden, hij dan wel zeker moest zijn van winst voor hij zou beslissen om door te rijden met twee of drie medevluchters.'

Wat kan er onderhand gezegd worden over de positie van Asgreen binnen de ploeg? 'Dat wilde hij vorige week zelf ook weten. We werken niet met kopmannen, maar hij is wel op weg om een absolute topper te worden. Hij is nu Yves Lampaert al voorbij, denk ik. En wedstrijden als de Ronde van Vlaanderen liggen hem erg goed. Bij het WK in Innsbruck 2018 hebben ze ook al hard moeten rijden om hem in te halen', licht Lefevere toe.

'De Grote Drie' bestaan volgens Lefevere niet meer

Ook over de term 'de Grote Drie', waarmee verwezen wordt naar Mathieu van der Poel, Wout van Aert en Alaphilippe, deelt Lefevere zijn mening. 'De Grote Drie bestaan al niet meer. Jasper Stuyven heeft Milaan-Sanremo gewonnen, Kasper de E3 en de Ronde van Vlaanderen. Zoveel schiet er van de G3 niet meer over.' De ploegmanager ziet in dat Alaphilippe momenteel niet in de beste vorm verkeert. 'Daar zit hij duidelijk onder. Hij is erg moeilijk hersteld van de Tirreno-Adriatico en van Milaan-Sanremo. Het is nog bijna drie weken tot Luik-Bastenaken-Luik. Hij moet zorgen dat hij tegen die tijd in topvorm is', eindigt hij.