Nederlandse renners kijken uit naar de Alpe d'Huez: 'Ga niet in een grote groep rijden'

De Alpe d'Huez ligt in Frankrijk, maar wordt al jaren 'de Nederlandse berg' genoemd. Er staan ook donderdag in de twaalfde etappe massa's Nederlanders op de berg, en dan vooral in bocht zeven. Reden voor de NOS om voor de start van de rit even langs wat landgenoten te gaan voor een reactie.

Dylan Groenewegen verwacht 'een zware dag' en de sprinter kan dan misschien ook wel een duwtje gebruiken in de Nederlandse bocht. 'Ik heb er wel veel zin in. Ik heb de Alpe d'Huez alleen een keer met training op gereden, maar toen was het rustig. Ik heb gehoord dat er heel veel mensen staan, dus ik kijk ernaar uit om daar aan te komen. De verhalen zijn goed en die hoop ik ook mee te maken. Maar ik moet eerst twee andere heuvels overleven.'

Bauke Mollema moet er nog een beetje doorheen komen in deze Tour en misschien is de Alpe d'Huez daar wel een mooi startpunt voor? 'Het is een leuke klim om op te rijden voor Nederlanders, het is altijd gekkenhuis. Dat maakt dat de tijd toch wel iets sneller voorbij gaat. Toen ik er als klassementsrenners hard doorheen reed, geeft die walm van geluid wel een kick. Als je niet voor een klassement gaat, kun je iets meer om je heen kijken, naar alle gekke mensen die je ziet. Ik ben niet heel slecht, maar ik merk bergop wel dat flink wat renners sterker zijn.'

Van der Hoorn en Van Baarle willen genieten

Ook Taco van der Hoorn verheugt zich op de slotklim, hij noemt het 'bijzonder'. 'Ik keek er voor de Tour al echt naar uit, het zal gaaf zijn om door die mensenmassa in de Nederlandse bocht te rijden. Ik heb al wel bedacht dat ik niet in een grote groep ga rijden, maar net ervoor of erna. Dan kun je er iets beter van genieten.' Of zoals Dylan van Baarle het zegt: 'Het gaat wel speciaal zijn. De laatste keer heb ik er heel erg van kunnen genieten en daar hoop ik nu ook op.'