Oomen wil zich bij Jumbo-Visma ontwikkelen tot kopman: 'Ik kijk wel goed naar Primoz'

Sam Oomen gaat in 2022 zijn tweede contractjaar bij Jumbo-Visma in en hoopt daarin wederom wat stappen te zetten. Na een degelijk 2021, waarin hij voornamelijk als knecht diende voor zijn kopmannen, hoopt de Nederlander in 2022 weer wat meer voor eigen kans te gaan.

De 26-jarige Oomen kwam in 2021 over van Team Sunweb, waar hij van 2016 tot en met 2020 actief was. Zijn opmerkelijkste resultaat was een 9e plaats in de Giro d'Italia van 2018, waarin ploeggenoot Tom Dumoulin uiteindelijk tweede werd. Bij Jumbo-Visma werd Oomen herenigd met zijn oud-kopman. Ze kwamen elkaar, na een pauze van Dumoulin, echter pas voor het eerst tegen in de Ronde van Zwitserland. Dat was de ronde waar Oomen voor het eerst zelf als kopman werd uitgespeeld en dat beviel hem goed. 'Bij Sunweb heb ik goede klassementen gereden, maar niet als enige kopman. Dat heb ik eigenlijk nog niet heel vaak gedaan. Dit jaar in Zwitserland wel en daar ben ik best wel trots op. Ik werd achtste als kopman, dus dat is eigenlijk best wel goed gelukt.'

Twee maanden na de Ronde van Zwitserland stond de nog jonge Nederlander aan de start van de Vuelta a España, waar hij kopman Primoz Roglic moest bijstaan in zijn weg richting de eindoverwinning. Zelf eindigde Oomen als achttiende, maar hij kon veel leren van zijn Sloveense kopman, die uiteindelijk met meer dan vier minuten voorsprong op Enric Mas het klassement voor zich opeiste. De Nederlander laat in de Podcast van De Rode Lantaarn weten dat hij voor een toekomstig kopmanschap veel leert van Roglic. 'Ik kijk wel goed naar Primoz, ook omdat ik hem als mens een fascinerende kerel vind.'

Oomen wil in 2022 meer koersen, vooral in kleinere wedstrijden

Voorlopig lijkt Oomen zijn kansen als kopman vooral nog te moeten zoeken in de kleinere wedstrijden van een week. In de grote rondes lijken renners als Roglic, Dumoulin, Steven Kruijswijk en Jonas Vingegaard voorlopig nog een streepje voor te hebben. 'Ik wil de wedstrijden waar ik een kans krijg met een heel goed resultaat afsluiten. Dit jaar was het in Zwitserland en volgend jaar hoop ik dat twee à drie keer te doen. Ik weet zelf nog niet wat ik rijd, maar waar ik veel baat bij heb, is gewoon koersen. Daar kan ik niet tegenop trainen. Volgend jaar hoop ik op iets meer kleinere wedstrijden in voorbereiding op een grotere wedstrijd.'

Dat Oomen nog niet de waardes rijdt die waarschijnlijk nodig zijn om op topniveau te presteren, maakt volgens de Nederlander niet altijd uit. Als voorbeeld haalt hij Bauke Mollema aan, die inmiddels al een geweldig palmares achter zijn naam heeft staan. 'Bauke is een fantastische renner wat dat betreft. Hij heeft waardes van een topcoureur, maar niet zoals Pogacar, die veel hogere waardes rijdt. Hij wint echter wel Lombardije, omdat hij gewoon honderd procent weet wat hij kan en vol vertrouwen is van zichzelf.'