Sepp Kuss kon in de koninginnenrit niet het verschil maken voor zijn kopman Primoz Roglic. Waar de Amerikaan in met name de zestiende etappe, maar ook in de achttiende etappe, belangrijk was voor Roglic, zag hij de strijd deze keer voor zich plaatsvinden.
Dat Kuss niet echt aan het werk hoefde, kwam ook door Roglic, die niet de benen had voor een aanval. De Sloveen moest juist een aanval van Geraint Thomas beantwoorden in de laatste honderden meters. Omdat de drager van de roze trui stilviel, kon Roglic met een uiterste krachtsinspanning nog drie seconden goedmaken.
'Hun tempo was al heel hoog en de klim was zwaar genoeg', reageert Kuss op de vraag van Eurosport waarom hij zijn werk niet kon doen. 'Het was gewoon een zware etappe en op de slotklim zelfs een beetje koud. Met zo'n steile klim op hoogte moet je je energie bewaren voor het einde', legt Kuss uit waarom er voor de slotklim weinig gebeurde.
Ook de steile klim is volgens Kuss niet per se ideaal om voor grote verschillen te zorgen. 'Het is lastig. Als je aanvalt, kom je niet ver omdat de snelheid zo laag ligt. Ik denk dat de verschillen groter zijn als iemand een slechte dag heeft en echt afziet. Hoe dan ook, de etappe was zwaar met de opeenvolging van beklimmingen en de regen en de kou op het einde.
Het verschil tussen Roglic en Thomas is nu 26 seconden. Zaterdag volgt de beslissing op de flanken van de Monte Lussari. 'We zullen het morgen zien, het wordt zeer spannend', aldus Kuss.
Lees het artikel op de mobiele website