Stam (SD Worx) over 'laf' koersen: 'Kan me voorstellen dat Van Vleuten mij af en toe klootzak vindt'

Danny Stam vindt dat SD Worx het dit voorjaar en ook de afgelopen jaren goed heeft gedaan, als het gaat om de concurrentiestrijd met Annemiek van Vleuten en Marianne Vos. De twee Nederlandse dames gaan graag in de aanval, maar boksen doorgaans op tegen een breed collectief van SD Worx.

Op de vraag van het AD of SD Worx niet te verdedigend koerst, is Stam duidelijk: 'Uiteindelijk telt alleen winnen. Soms is het wel eens laf en we krijgen niet altijd de schoonheidsprijs. Wanneer je niet als individu kan winnen, moet je als collectief proberen te winnen. Als je een paar pionnen hebt die een andere pion uit kunnen schakelen, moet je daar gebruik van maken. Het staat vrij die ploegentactiek te gebruiken. In dit tijdperk is Annemiek gewoon een van de rensters die heel moeilijk te kloppen zijn. Anna kon het soms in haar eentje, voor de andere rensters wordt dat lastiger.'

Met Anna doelt Stam op Anna van der Breggen, die na 2021 haar fiets aan de haak hing en nu als ploegleidster bij SD Worx werkt. Het zorgt er nog meer voor dat SD Worx alle vrouwen in de ploeg nodig heeft om de kracht van Van Vleuten en Vos te ontmantelen. 'We hebben wel respect voor elkaar. Ik vind het superknap wat ze doet en hoe ze presteert, maar ik kan me ook voorstellen dat ze mij af en toe een klootzak vindt. Al heeft ze dat nooit zo direct gezegd. Rivaliteit in de sport is ook logisch.'\

SD Worx dacht nooit aan aantrekken Van Vleuten en Vos

Gek genoeg biecht Stam op dat hij Van Vleuten en Vos nooit heeft gepolst om bij SD Worx te komen rijden. 'Ik heb super veel respect voor hen als rensters, maar ik heb nooit het idee gehad dat ze bij ons in de ploeg zouden passen. Omdat het andere karakters zijn dan de meiden die wij in de ploeg hebben of hadden. Op hun eigen manier zullen ze best sociaal zijn en proberen de ploeg mede te laten winnen, maar ik heb nooit gedacht dat zij ons als ploeg verder zouden brengen. Vanuit sponsors heb ik wel eens te horen gekregen: 'Wij willen Marianne of Annemiek.' Maar dat wilde ik niet. Niets ten nadele van hen en hun prestaties, maar ik had niet het vertrouwen dat zij het collectief sterker zouden maken.'