Thibau Nys gaat veldrijden nooit volledig afbouwen: 'Wil mezelf crosser blijven voelen'

Thibau Nys heeft in een uitgebreid interview, via de officiële kanalen van Trek-Segafredo, een reactie gegeven op het nieuws dat hij per 1 augustus de overstap maakt naar de WorldTour-ploeg van Trek. Wat zijn zijn ambities? Wat zijn zijn verwachtingen? En wat verwacht de ploeg?

Nys teert op de weg op een uitstekend 2021, waarin hij Europees kampioen bij de beloften werd en bij het BK voor beloften zilver pakte. Ook werd hij zesde op het WK voor beloften, terwijl hij toen nog maar 18 jaar was. Dit jaar begon zijn wegseizoen in mei, en hoe. Nys werd 22e in de Flèche Ardennaise en werd twee weken later keurig derde in de Antwerp Port Epic. In de Luxemburgse rittenkoers Flèche du Sud pakte hij een rit en de eindzege en afgelopen maandag (6 juni) werd hij nog zeventiende in de Ronde van Limburg, waar het uitdraaide op een sprint.

Het vertrouwen van Trek-Segafredo in de jonge alleskunner is dan ook niet zo gek. 'Toen mijn vader in 2014 een partnership aanging met Trek, zat het al in mijn hoofd. Ik wilde altijd al een goede veldrijder worden, maar de weg was een ver-van-mijn-bed-show. Het is nu heel speciaal dat ik de stap toch ga maken. Het zorgt voor minder zenuwen dat ik in dezelfde omgeving blijf, al heb ik de renners uit de WorldTourploeg niet vaak gezien. De hele staf achter Trek in Waterloo (Wisconsin) werkt al langer met mij samen.'

Thibau Nys dacht dat hij een pure sprinter was

Nys merkt al jaren dat de weg groter is, meer aandacht krijgt en dat je daar dus meer kan bereiken. 'Het is meer intens', zo omschrijft hij het. Ik plaats mijn Europese titel op de weg dan ook hoger dan mijn wereldtitel in het veldrijden, omdat het niveau op de weg zo hoog ligt. Om die reden heb ik altijd wel in mijn hoofd gehad, dat als ik de kans zou krijgen om meer op de weg te koersen, ik die zeker wilde grijpen. Ik zal het veldrijden in de toekomst ook wat afbouwen. Dit seizoen werk ik nog een volledig cyclocross-seizoen af, maar daarna gaat de blik op de weg. Ik zal echter nooit een veldrijder worden die maar vijf of tien crossen rijdt. Ik wil mezelf wel een crosser blijven voelen, ook al zal ik een paar races gaan overslaan.'

In zijn laatste volledige seizoen als veldrijder voelt Nys dat hij ondanks zijn 19 jaar 'unfinished business' heeft. De afgelopen twee jaar zat het niet meer met corona, valpartijen en blessures. Hij wil dan ook laten zien wat hij in zijn mars heeft. 'Ik wil komende winter een heel hoog niveau halen en wereldkampioen voor beloften worden.' Op de weg zijn zijn ambities ook eindeloos. 'Ik zal mezelf moeten ontdekken als wegwielrenner. Ik dacht altijd dat ik een pure sprinter zou zijn, maar nu voel ik dat ik iets te licht ben. Mannen boven de tachtig kilo hebben simpelweg meer power in de vlakke sprinters. Ik denk dat ik meer een profiel heb voor de klassiekers, of voor aankomsten heuvelop. Ik kijk heel erg uit naar de nieuwe ervaring. Ik kan niet wachten.'