Interview | Veelers niet verrast door Dumoulin: 'Hij keek altijd al verder dan de fietswereld' IDL-producties
IDL-producties

Interview | Veelers niet verrast door Dumoulin: 'Hij keek altijd al verder dan de fietswereld'

Interview | Veelers niet verrast door Dumoulin: 'Hij keek altijd al verder dan de fietswereld'

Hij was jarenlang het laatste wagonnetje in de sprinttrein van Marcel Kittel of John Degenkolb: Tom Veelers (36) reed negen jaar lang rond in het profpeloton en was twee jaar wielercoach. In de Leiderstrui sprak uitgebreid met de voormalige renner en keek met hem terug naar opvallende wielermomenten.

Dag Tom, wat doe je tegenwoordig allemaal?

‘Ik leef in het mooie Ootmarsum en ben zzp'er. Voor het bedrijf Bike Challenge, dat oud-Nederlands kampioen veldrijden Maarten Nijland is begonnen, ben ik instructeur. Bike Challenge bestaat nu 10 jaar, gaat al een mooi tijdje mee dus. We hebben onze basis in Twente en geven daar veel zakelijke fietstrainingen, maar we komen eigenlijk wel in het hele land met vitaliteitsopdrachten, clinics en lezingen. In deze tijd ligt dat voornamelijk stil, omdat je niet in groepen mag fietsen. Privéclinics kunnen nog wel. Ik test ook Shimano-materiaal. Daarnaast ben ik tijdens de Tour de France actief voor de NOS. Bij Radio Tour mag ik commentaar geven.’

Lees verder onder de foto.

Interview | Veelers niet verrast door Dumoulin: 'Hij keek altijd al verder dan de fietswereld'

Je wielercarrière begon op je 14e jaar bij de Oldenzaalse Wieler Club (OWC). Via het Rabobank-beloftenteam, de Löwik-Tegeltoko-ploeg en het Continental-team van Rabobank kwam je in 2008 terecht bij Skil-Shimano. Dat team werd Giant-Alpecin, later Sunweb en heet nu Team DSM. Volg je het profwielrennen nog op de voet?

‘Ja, absoluut. Ook voor mijn werk als analist bij de NOS wil ik op de hoogte blijven en alles meenemen. Nog steeds ben ik nieuwsgierig naar de ontwikkelingen in de wielerwereld. Ik heb absoluut geen afkeer van het profwereldje gekregen.’

Je was voormalig ploeggenoot van Tom Dumoulin. Hoe kijk je aan tegen zijn besluit om per direct te stoppen?

‘Dat kwam voor mij niet als een verrassing. Ik moest direct denken aan een gesprek tussen Tom en mij, jaren terug. We lagen tijdens een koers in een Franse hotelkamer te filosoferen. Wat zouden we doen als we op dat moment geen prof waren geweest? Voor mij was het duidelijk dat Tom altijd al verder keek dan de fietswereld. Als hij zich niet voor de volle honderd procent kan geven, dan is het niet goed voor Tom. De druk van het profbestaan en het missen van plezier, dan begint het te knellen. Hij durft het dan wel op zichzelf te betrekken en zijn conclusies te trekken. Knap.’

Andere opvallende gebeurtenis was de crash in de Ronde van Polen tussen Dylan Groenewegen en Fabio Jakobsen. Hoe keek je daar naar?

‘Ik zat met mijn vrouw voor de televisie en zei direct tegen haar: 'Hier vergooit Dylan al zijn goodwill van favoriete sprinter.' Ik weet als geen ander dat die eindkilometers daar enorm risky zijn. Er ligt een dalende weg. Op mijn teller heb ik daar eens 84 km per uur gemeten. Ik en mijn sprinters, Kittel en Degenkolb, waren iets zwaarder van gewicht, dus bij deze aankomst in het voordeel. Vandaar waarschijnlijk dat wijzelf over deze gevaarlijk aankomst nooit klaagden, maar ik weet dat de finish in mijn tijd al onderwerp van gesprek was.’

Moest je niet denken aan je eigen val? Door toedoen van Mark Cavendish kwam je in de Tour de France van 2013 zwaar ten val.

‘Nee, de sprints waren niet vergelijkbaar. Ik weet dat het bij Dylan geen opzet was iemand omver te rijden. Groenewegen maakte het gat kleiner, dat doe je als sprinter automatisch.’

Hoe kunnen sprintfinales veiliger gemaakt worden? Laatst lag in de Tour de La Provence voor de finish nog een ongemarkeerde vluchtheuvel.

‘Niet te geloven, toch? Daar horen afzettingen of mannetjes te staan die de renners erop wijzen. Ook ploegleiders moeten dit weten en dit in de oortjes van de renners benoemen. Binnen de koers zouden renners en teamleiders moeten opstaan en op deze gevaren wijzen: een patron. En dan is Tony Martin van Jumbo-Visma, die renners de afgelopen Tour de France tot rust maande op de spekgladde wegen, een goed voorbeeld. Wat veel mensen niet weten is dat er elke koersdag een Extreme Weather Conditions-protocol geldt. Voor kneiterheet weer, zoals ik bijvoorbeeld in de Ronde van Oman mee maakte inclusief stofwolken en ploffende banden. In dat protocol worden een renner én ploegleider van een ander team aangewezen als ‘patrons’. Zij kunnen vanuit het peloton aangeven dat er niet langer gereden kan worden vanwege onveilige passages. Al is de praktijk altijd weerbarstiger dan de theorie.’

Lees verder onder de foto.

Interview | Veelers niet verrast door Dumoulin: 'Hij keek altijd al verder dan de fietswereld'

'Hirschi was een stille jongen. Ik moest de woorden echt uit hem trekken.'

Tom Veelers

Eind 2016 beëindigde je vanwege een slepende knieblessures je loopbaan. In 2017-2018 was je teamleider van de opleidingsploeg van Sunweb. Hoe kijk je aan tegen het vertrek van Marc Hirschi daar?

‘Ik heb Marc gecoacht bij de jeugd. Zijn vertrek verraste mij wel. Als broekie was Marc al wereldkampioen. een echte klasbak. Hij was, hoewel je dat niet zou denken, een stille jongen. Ik moest de woorden echt uit hem trekken. We probeerden bij Sunweb een man van hem te maken: volwassener, hem voor zichzelf te laten opkomen en met de vuist op tafel te laten slaan. Hij was geen renner van ‘dit/dat’, maar hij onderging juist stil de teambesprekingen. Ik wilde destijds dat hij zich er al in mengde en dat hij meedacht met het plan. Zo zou het duidelijk zijn dat de ploeg de ene keer voor hem zou rijden en de andere keer voor een ploeggenoot, ook hij dus.'

Team Sunweb heeft de naam dat goede renners er vrij plotseling vertrekken.

‘Ja, Marcel Kittel, John Degenkolb, Warren Barguil, Dumoulin en nu ook Hirschi. Een heel rijtje. Dat heeft denk ik te maken met de communicatie. Hoe moeilijk is het voor de begeleiding dat heel de buitenwereld je adoreert en dat jij dan die renners wijst op hun verbeterpunten en ze daarnaast moet blijven prikkelen? Hoe zoek je die grens op? En op welke momenten in de koers doe je dat? Lastig voor coaches. Sowieso is coachen op gedrag erg moeilijk. Je zag dat in de reportage Code Geel van Jumbo-Visma bij Dumoulin.’

Was je zelf vroeger goed te coachen?

‘Ik was stil op de vlakken buiten mijn specialisme. Op sprintgebied liet ik mij duidelijk horen. Ik bereidde me optimaal voor. Ik visualiseerde met Google Streetview online meter voor meter, de laatste kilometers verkennen. Als je dan de volgende dag eroverheen raasde en de situatie herkende en meester was, gaf dat een boost. Ik was voor mijn kopmannen ook zeer zelfverzekerd. 'Ga maar in mijn wiel zitten, ik breng je wel', riep ik altijd. Dan moesten Kittel en Degenkolb mij wel horen uiteraard. Ik was erg goed in de laatste kilometers. Dat gaf plezier. Dat plezier in topsport mis ik nu wel, eerlijk gezegd.’

Je haalde ook eigen resultaten. Toch even noemen. Je won Parijs-Roubaix voor beloften in 2006 en Olympia's Tour in 2008. Een etappe in Franco Belge in 2011 en een derde plaats in een sprintetappe tijdens de Tour de France 2012. Keek je je eigen sprints vaak terug?

‘Nee, ik keek vooral naar andere ploegen. Hoe bijvoorbeeld Quick-Step en Orcia Greenedge hun sprints reden, wie in die teams goed reed en initiatief pakte en wie niet. De laatste anderhalve kilometer kon ik dan echt tien à twaalf keer terugkijken. Niet naar mijzelf, daar was ik immers zelf bij geweest.’

Hoe kijk je naar het komend wielerseizoen? Eind deze maand met de Omloop Het Nieuwsblad beginnen de ‘echte’ koersen weer.

‘Ik kijk er toch nog wat dubbel naar. Gaat het allemaal door? Qua beleving hoop je dat de wielersupporters snel langs de kant van de weg mogen staan. Tot die tijd gaan koersen gelukkig zonder publiek door.’

Afgelopen zomer heb je even meegelopen met het KNWU -23 team. Liggen je ambities in het vak als coach?

‘Ja, met die groep renners was ik vorig jaar op stage in de Ardennen. Dat beviel goed. Van renners uit verschillende teams en ploegen één geheel maken geeft voldoening en is een mooie uitdaging. Dat vind ik wellicht nog mooier dan bij een bestaand team coachen, maar ik sta open voor beide uitdagingen.’

Door: Gerrit van Loon - g.vanloon@indeleiderstrui.nl

Plaats reactie

666

0 reacties

Laad meer reacties

Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.

Bekijk alle reacties

Meer nieuws