Voorbeschouwing 2020: 'Kruijswijk heeft nul kans om Bernal en Roglic te verslaan'

We zijn aan het einde van een mooi jaar gekomen. Aan de hand van elf stellingen en/of vragen zal In De Leiderstrui een korte terugblik geven, maar vooral vooruitblikken op het mooie jaar dat komen gaat. Respect voor het verleden, maar vizier op de toekomst. En er is alle reden om onze blik naar de toekomst te verplaatsen. Met alle kampioenschappen, grote rondes en klassiekers die komen gaan, belooft het een spectaculair jaar te worden. Toch? Op die vraag geven redacteuren Jannick van der Hooft en Ward Hilhorst uitgebreid antwoord.

Mathieu van der Poel is de terechte sportman van het jaar?

Ward: ‘Zonder twijfel ja. Op de redactie hebben we natuurlijk altijd discussie of zo’n verkiezing nou over een gevoel moet gaan dat een sporter Nederland heeft gegeven, of puur over resultaten. Ik zit in het eerste kamp, omdat die resultaten toch niet te vergelijken zijn. Van der Poel is alleen wel een voorbeeld van iemand die bij allebei de kampen zou winnen. Wat een jaar man, ongekend.’

Jannick: ‘Dat had absoluut niemand anders kunnen zijn. Aangezien dat hele Sportgala over het algemeen toch appels met peren vergelijken is, vind ik dat de dominantie die Van der Poel in het veldrijden heeft laten zien al voldoende is voor de titel. Als je dan ook nog eens, voor mij dan, het mooiste sportmoment op je naam heb staan in de Amstel én je de overwinningen aaneenrijgt op de mountainbike… Tja, dan denk ik dat niemand daar tegenop kan.’

De overwinning in de Amstel Gold Race, of toch die in Lombardije? Welke Nederlandse overwinning was het mooist?

Ward: ‘Pittige vraag Wesley. Mollema in Lombardije was schitterend, vooral omdat zijn carrière zo’n mooie geleidelijk stijgende lijn kent. De overwinning van Van der Poel was natuurlijk wel veel spectaculairder, omdat niemand het meer verwachtte. Ik ‘liveblogde’ beide dagen voor In de Leiderstrui, en de ontlading was bij de Amstel Gold Race toch een stukje groter. Ik moet dus toch voor Van der Poel gaan.’

Jannick: ‘Het is bijna lullig voor Bauke, maar ik kan me niet voorstellen dat iemand hier voor de overwinning in Lombardije kiest. Dat heeft niets te maken met de status van die overwinning of de mannen die hij verslaat, maar meer met de manier waarop. Mollema heeft een geweldige prestatie neergezet, maar Van der Poel een onmogelijke. Ik denk dat ik die finale inmiddels al honderd keer heb gezien en het blijft bizar hoe die koers opeens helemaal dichttrok als een harmonica op het einde. Zo’n ontknoping valt niet te voorspellen, terwijl de overwinning van Mollema al een stuk sneller beslist leek te zijn, dat maakt het voor mij persoonlijk een mooiere zege.’

Jumbo-Visma en INEOS lijken alle klassementssterren richting de Tour te sturen. Een slechte zaak voor het wielrennen?

Ward: ‘Durf ik weinig over te zeggen. Voor de Giro vind ik het denk ik alleen maar prachtig, met niemand die er bovenuit steekt. Dat kan haast alleen maar een open koers worden. In de Tour moet ik het nog zien. Het zijn twee enorm sterke ploegen, dus het tactische spel om welke ploeg zijn treintje als eerst oprookt wordt erg belangrijk. Daarom zie ik een Thibaut Pinot ook nog wel de derde hond zijn die vroeg veel tijd pakt, eigenlijk. Ik ben in ieder geval zeer benieuwd!’

Jannick: ‘Hoezo slecht? Lijkt me logisch dat ploegen hun sterkste formaties sturen naar de grootste en meest belangrijke ronde van het jaar. Ik denk juist dat mensen, niet eens alleen in Nederland, ontzettend blij zijn met zo’n duel tussen twee ploegen. Hoeveel Tours hebben we niet lopen zeuren dat de dominantie van Sky te groot was? Dan is het toch alleen maar goed dat een ploeg de ballen heeft om uit te spreken dat ze die hegemonie willen aanvallen? Daarnaast is het ook niet zo dat ze een andere grote ronde als de Giro niet serieus nemen, hé. INEOS komt gewoon met de winnaar van vorig jaar aan de start en Jumbo zet hun beste sprinter in.’

Steven Kruijswijk maakt meer kans op een Tourzege dan Tom Dumoulin

Ward: ‘Nee, geen sprake van. Woensdag verschijnt een column van mij, waarin ik uitleg waarom ik denk dat Dumoulin zijn beste seizoen ooit gaat rijden. Dat hoeft niet te betekenen dat hij de Tour wint, maar hij is wel een kandidaat. Kruijswijk is een geweldige renner, en ik geef hem best kans om ooit nog een grote ronde te winnen, maar de Tour in dit strijdgeweld lijkt me onmogelijk. Dumoulin, Roglic en Bernal zijn voor mij de mannen die het uitvechten.’

Jannick: ‘Hmm, op dit moment misschien wel. Kijk, als je deze stelling anderhalf jaar geleden had gegeven, zou ik het er roerend mee oneens geweest zijn. Dumoulin had met zijn tijdrit gewoon een groter wapen om een ronde te beslissen. Nu ben ik gewoon een stuk minder zeker van mijn zaak en dat komt omdat we hem nauwelijks meer in actie hebben gezien na de Giro. Geen idee waar zijn niveau nu ligt na zijn blessure, kan best zijn dat Kruijswijk straks met een hoger niveau van start gaat in de Tour dan Dumoulin.’

Ward: ‘Ik begrijp je punt, Jannick. Toch maakt dat niet dat Kruijswijk meer kans maakt op een Tourzege. Zelfs als je verwacht dat Dumoulin nul kans maakt door zijn blessure, is dat nog steeds evenveel als de kans dat Kruijswijk mannen als Roglic en Bernal pakt, laten we wel wezen. Misschien ben ik te zeker van mijn zaak wat betreft Tom, we zullen het zien!’

Wout Van Aert gaat een beter wegseizoen rijden dan Mathieu van der Poel.

Ward: ‘‘Beter’ is natuurlijk lastig te definiëren. Tokio is het grootste doel voor Van der Poel, en de kans dat hij een grote ronde gaat rijden lijkt tot nu toe toch klein. Er liggen dus zeker kansen voor Van Aert. Waar ik eerst nog moest zien of hij het na zijn val zou redden, heeft hij met zijn vijfde plek in zijn cross-rentree voor mij bewezen dat hij het aan gaat kunnen. In de klassiekers is het natuurlijk ook afwachten wie het geluk wat meer aan zijn zijde heeft!’

Jannick: ‘Heb hier een beetje hetzelfde idee als net. Als je een van-een-blessure-terugkerende Van Aert zet tegenover een Van der Poel in deze vorm, lijkt het me niet direct een eerlijke strijd. Het enige voordeel dat Van Aert heeft ten opzichte van Van der Poel is dat zijn focus volledig op de weg zal liggen en die van Van der Poel ook op de mountainbike. Als Van Aert straks schittert in de Tour, terwijl Van der Poel zich voorbereidt op de Olympische Spelen, kan het best nog zo zijn dat we achteraf zijn wegseizoen als ‘beter' beschouwen.’

Olympische atleten die de Giro zullen rijden, staan een stapje voor op hen die de Tour gaan doen.

Ward: ‘Mijn intuïtie zegt volmondig ‘ja’. Toch moet ik ook zeggen dat ik hier belachelijk weinig verstand van heb. Voor mijn gevoel kan Tour-Tokio niet, maar er zijn nu al wel heel veel renners die zeggen er vertrouwen in te hebben. Ik hoop dat ik het dus mis heb, want Dumoulin zien schitteren in de Tour en op de Olympische Spelen is denk ik wel een natte droom van menig wielerfan!’

Jannick: ‘Toch wel, de Tour en de olympische wegrit liggen dusdanig dicht op elkaar dat renners daar hinder van gaan ondervinden. Dat heeft dan nog niet eens zozeer met de vermoeidheid in de benen te maken, want volgens mij kun je een week na de Tour met een uitstekende vorm rondrijden als je drie weken hebt afgezien, maar meer met de aanpassing naar de compleet andere wereld van Tokio. De renners die de Tour hebben gereden, hebben gewoon zo’n korte tijd om te wennen aan het klimaat daar, plus ze zullen kampen met een jetlag. Allemaal factoren die volgens mij niet bijdragen aan een optimale voorbereiding.’

Remco Evenepoel heeft een geweldig debuutjaar bij de profs achter de rug. Wat gaat hij volgend jaar presteren?

Jannick: ‘Natuurlijk heeft hij vorig jaar zijn geweldige motor laten zien en een jonge renner zal altijd stapjes maken, maar ik denk niet dat we buitenaardse prestaties hoeven te verwachten. Overwinningen in tijdritten, her en der een solozege, dat lijkt me realistisch. Hij gaat waarschijnlijk de Giro rijden, maar ik denk dat hij er goed aan doet zichzelf daar niet op te blazen met een klassementsambitie. Rustig de weg voortzetten die hij vorig jaar ingeslagen is.’

Ward: ‘Ik hoop heel weinig. Begrijp me niet verkeerd, ik gun de man het beste. Maar ergens heb ik toch een angst dat hij binnen een paar jaar iedereen op minuten rijdt in de Tour. Dat zou de sport niet ten goede komen. Daarom zou het mooi zijn als zijn ontwikkeling even iets rustiger zou gaan. Toch heb ik hem met dit deelnemersveld al voorzichtig opgeschreven voor mijn Giro-poule…’

Jannick: ‘Wat een onzin dat eventuele suprematie van Evenepoel de sport niet ten goede komt. Ik ga er niet van uit dat het op korte termijn gebeurt, maar indien het wel het geval is, wat dan nog? Er wordt vaak genoeg met minuten gesmeten in grote rondes en dat heeft ook niet tot een doodsteek geleid. Sterker nog, ik denk dat juist het algehele niveau van de sport verhoogd wordt door zulke toptalenten. Hoe hij dat talent inzet om de sport populair te maken, dát lijkt me juist van belang. Zie het imago van veel winnaars als Van der Poel en Sagan.’

Wissel van de wacht. Oudgedienden als Nairo Quintana en Vincenzo Nibali zullen eens en voor altijd overvleugeld worden door jonge honden als Tadej Pogacar en Egan Bernal.

Jannick: ‘Ik vind dit een lastige vraag en dat komt voornamelijk door de voorbeelden die je gebruikt. Quintana lijkt me klaar voor eindzeges in grote rondes, terwijl ik Nibali absoluut nog niet af wil schrijven. Pogacar en Bernal lijken me natuurlijk blijvertjes als het gaat om klassementen, maar het is natuurlijk een proces dat een stuk gelijkmatiger verloopt. Tussen Nibali en Pogacar rijden ook nog een hoop sterke renners van andere generaties, die moet je naar mijn mening ook meenemen om van een wisseling van de wacht te spreken.’

Ward: ‘Dat denk ik wel. Er zit bij allebei echt nog wel rek in. Nibali én Quintana zou ik liever als rittenkaper zien, allebei zijn ze in staat 2 à 3 etappes in een grote ronde af te snoepen. Vooral van Pogacar verwacht ik de komende twee jaar nog wel een stapje naar de absolute top, van Bernal twijfel ik iets meer of hij dat niveau kan houden. Tot nu toe lijkt die twijfel ongegrond, beiden zijn geweldige renners.’

Jannick: 'Ik snap niet waar je de twijfel rond Bernal vandaan haalt. Is nog superjong, rijdt in het sterkste team van het peloton en heeft in principe meer laten zien dan Pogacar. Ja, Colombiaanse renners lijken vaak sneller op hun topniveau te zitten, maar ik zie niet in waarom hij dat niveau niet vast zou kunnen houden. Zijn nederige voorkomen in de media geeft me ook de indruk dat hij nog voldoende wil bijleren.'

Mark Cavendish gaat het nog een keer proberen bij een nieuw team. Kunnen we nog iets van hem verwachten?

Ward: ‘Na deze paar jaren zou je toch denken dat het afgelopen is. Toch durf ik nog een en ander te verwachten. Een nieuwe omgeving waar hij weer vertrouwen voelt, de focus op Poels en Landa. Cavendish heeft zo’n enorm talent, dat verdwijnt niet zomaar. Op dit moment denk ik dat het aankomt op vertrouwen. Ik gum hem voor 2020 in ieder geval nog niet uit!’

Jannick: ‘Cavendish heeft op de weg nog maar één doel en dat is het wegkapen van het record van etappezeges in de Tour. Ellingworth kent hem natuurlijk als geen ander en ik geloof ook wel dat hij nog een laatste keer het beste uit Cavendish kan halen. Als ik realistisch ben denk ik alleen niet dat dat ‘beste' ligt bij het verslaan van andere topsprinters in de Tour. Als ik hem ergens nog zie presteren, dan moet dat denk ik op de baan zijn. De snelheid heeft hij waarschijnlijk nog wel om daar wat te kunnen.’

Ward: ‘Waar je vandaan haalt dat Cavendish niet de snelheid zou kunnen halen die nodig is om een Touretappe te winnen, is mij een raadsel. Dat neemt met de jaren wat af, maar het is niet alsof de man 45 is. Daarnaast had hij in zijn beste jaren nogal wat overschot, hè. Als hij het mentaal op een rijtje krijgt, is niks onmogelijk, lijkt mij.’

Het afgelopen jaar was het jaar van de neoprofs die direct wisten te presteren. Welke debutanten moeten we aankomend jaar in de gaten houden?

Ward: ‘Binnen onze redactie ben ik meestal degene die rijkelijk laat weet van het bestaan van de toptalenten. Bij Team Sunweb gaat de jonge garde nu natuurlijk weer wat meer de ruimte krijgen, dus ben ik benieuwd naar Ilan Van Wilder en de sprinter Alberto Dainese. In hun interviews vond ik ze allebei vastberaden klinken. Combineer dat met de lage druk die er op dit moment heerst in de Sunweb-ploeg, en ik zie wel wat mooie dingen gebeuren.’

Jannick: ‘De renner waar ik zelf erg benieuwd naar ben is Jannik Steimle. Niet alleen vanwege de naam, want hij heeft vorig seizoen ook al enkele mooie dingen laten zien in het profpeloton. Onder het gezag van Patrick Lefevere presteren dat soort jonge renners vaak nóg een tandje beter en daarnaast kan hij vast een aantal keer zijn eigen kans gaan in een finale omdat andere renners naar zijn ploeggenoten kijken. Daar kan hij dan van profiteren, omdat hij een wedstrijd zowel solo als in een uitgedund groepje af kan maken.’

Wanneer zal jij tevreden zijn met het aankomende seizoen?

Ward: ‘Misschien is het niet het antwoord waar je naar op zoek bent, maar ik ben tevreden als er echt koers is. In de Tour is de kans daarop nu, met twee ploegen die het voortouw kunnen nemen, eigenlijk groter dan eerst. Daarnaast eis ik nul dopinggevallen, en een aanvallende Alaphilippe. Vanuit Nederlands oogpunt heb ik niet zo veel te eisen. De afgelopen jaren overtreffen zou natuurlijk schitterend zijn, maar ook ongelooflijk moeilijk. Ik hoop vooral dat Van der Poel, Mollema, Dumoulin, Kruijswijk, Kelderman, Teunissen en al die anderen heel blijven, zodat ze alles kunnen geven wat ze hebben!’

Jannick: ‘Ik ben niet zo veeleisend. Ik kan mijn eigen geluk niet gaan laten afhangen van een specifieke overwinning van een Nederlander of iets dergelijks. Zolang er maar leuke of verrassende koers gemaakt wordt door iemand, dan maak je mij als liefhebber al blij. De sport blijft toch grotendeels entertainment, dus dan wil je als kijker vermaakt worden.’ (Foto: Wesley van Bavel/ In de Leiderstrui)

Door: Wesley van Bavel

Met dank aan: Jannick van der Hooft en Ward Hilhorst