Sven Nys blij met 'Hollandse' werkomgeving: 'Ik hou van die open en directe communicatie'

Crossicoon Sven Nys heeft zich openhartig uitgelaten over zijn werkomgeving, welke grotendeels als Nederlands of 'Hollands' bestempeld kan worden. Vooral de open en directe communicatie van Nederlanders is iets wat hem aanspreekt. 'Een Vlaming is iets gereserveerder', aldus de tweevoudig wereldkampioen veldrijden.

In gesprek met de Nederlandse krant De Telegraaf gaat Nys, heden ten dage actief als ploegleider bij Baloise Trek Lions, in op de verschillen tussen Nederland en België op het gebied van zowel veldrijden als fietsen in het algemeen. De Belg kan hier goed over meepraten, daar hij binnen zijn ploeg vrijwel louter omringd is door Nederlandse (top)renners. Lars van der Haar, Lucinda Brand, Joris Nieuwenhuis, Pim Ronhaar en Shirin van Anrooij zijn de kopstukken van het team. Alleen zoonlief Thibau Nys lijkt daarin de uitzondering op de regel.

'Het bevalt me heel goed met zoveel Nederlandse coureurs', aldus Nys

Het was geen bewuste keuze van Nys om de nadruk binnen de teamsamenstelling op Nederlandse renners te leggen. 'Dat is zo gelopen. Als je eenmaal toppers als Van der Haar en Brand in het team hebt, dan zijn hun landgenoten ook sneller geneigd die stap te maken', verklaart de 46-jarige Nys, die zelf als veldrijder ook zeven keer als tweede of derde mee op het podium van het WK veldrijden mocht.

'Ik moet zeggen dat het me heel goed bevalt met zoveel Nederlandse coureurs', gaat hij verder. 'Het klikt heel goed. Ik houd van een open en directe communicatie en die heb je met Nederlanders heel snel. Een Vlaming is iets gereserveerder en kun je ook niet altijd direct op iets aanspreken', benadrukt De Kannibaal van Baal.

Nys is lovend over de Nederlandse fiets- en wielercultuur, maar ziet ook verbetermogelijkheden

Ook is 'De Koning van de Koppenberg', zoals een andere bijnaam van Nys luidt, lovend over de verschillende opties op het gebied van fietsen in Nederland. 'Je mag niet onderschatten in welke mate Nederlandse kinderen kunnen beschikken over de mogelijkheden om te gaan fietsen. Er is een goede infrastructuur van fietspaden en er is een breed aanbod van verenigingen om te beginnen met wielrennen. Ook de nieuwe partner Jumbo-Visma is belangrijk. Zij steekt veel tijd, geld en energie in kennismaking met de wielersport.'

Toch is het niet enkel rozengeur en maneschijn wat Nys ziet in Nederland. 'In Vlaanderen is de overheid veel meer bereid de wielersport te ondersteunen. In Nederland zullen jullie werk hebben om de wielersport een goede infrastructuur te laten behouden met toenemende regels en minder politie-inzet', sluit hij af met een licht kritische noot.