Campenaerts en Lotto Dstny voeren plan goed uit, maar lopen zege toch mis: 'Ik kwam te vroeg op kop'

Ontgoocheling voor de mannen van Lotto Dstny. In de achttiende etappe van de Tour de France zat Victor Campenaerts mee in de vroege vlucht van drie renners. Halverwege de etappe sprong ploeggenoot Pascal Eenkhoorn naar de kopgroep toe - al probeerde Jasper Philipsen dat eigenhandig te voorkomen. De vroege vlucht haalde het net, maar Lotto won niet. Kasper Asgreen versloeg Eenkhoorn namelijk in de sprint.

'Goh, uhmm', begint Campenaerts twijfelend aan zijn verhaal bij Sporza. 'Pfoe. Ik denk dat Pascal veel krachten heeft verspild bij het maken van de oversteek, maar hij heeft wel een goede sprint. Ik wilde voor hem rijden maar ik kwam te vroeg op kop. Met nog vijfhonderd meter te gaan was het helaas op voor mij. Ik hoopte dat Jonas (Abrahamsen, red) of Kasper zenuwachtig zou worden, zodat ze direct gingen sprinten. Dat deden ze niet en dat kost Pascal denk ik misschien wel de zege.'

Desalniettemin is de Belg zeer tevreden met de etappe. 'Ik denk wel dat we het goed hebben aangepakt. We hebben in de ploegbespreking gezegd dat er altijd iemand mee moest zijn in een kopgroep, met als plan om een niet te groot gat op het peloton te pakken. In dat geval konden er halverwege de etappe renners naar de koplopers toe springen. Dat gebeurde met Pascal, maar het was niet de bedoeling dat hij alleen zou komen.'

Campenaerts: 'We hebben het onmogelijke mogelijk gemaakt'

Pas toen Eenkhoorn de aansluiting maakte, draaide de kopgroep echt de gaskraan open. 'Toen kwam de snelheid er echt in en kwamen we op stoom', aldus Campenaerts. 'We moesten constant blijven rijden om het peloton af te houden. Jammer genoeg gaat een ander er uiteindelijk met de hoofdprijs vandoor. We hebben een mooie koers gereden en hebben de wedstrijd echt in handen genomen. We hebben het onmogelijke mogelijk gemaakt, maar we hebben het niet afgerond.'