Sheffield voelt zich 'mentaal fris' richting eerste WK-wegrit: 'Dat is de grootste hindernis'

Magnus Sheffield mikt na een mislukte tijdrit op een beter resultaat in de wegrit van het WK wielrennen. Samen met Neilson Powless vormt hij een sterk duo. ‘Hij kan mij gebruiken en ik hem.’

De 20-jarige Magnus Sheffield brak dit jaar door met het winnen van de Brabantse Pijl en etappes in zowel de Ruta del Sol als de Ronde van Denemarken. Het WK wielrennen in Wollongong begon met een harde valpartij in de tijdrit tegenvallend voor de Amerikaan. Vervolgens liet Sheffield de gemengde ploegentijdrit lopen om van de val te herstellen. ‘Ik voel me weer beter en gelukkig had ik voldoende tijd om te herstellen, dus ik had weinig stress. Het had een stuk erger kunnen zijn. Wat dat betreft ben ik er goed van afgekomen’, vertelt Sheffield in gesprek met Velonews.

Waar de tijdrit het voornaamste doel was voor Sheffield, ziet hij ook kansen voor de wegrit. ‘Ik voel me heel goed. Helaas werd Tour of Britain vroegtijdig beëindigd, maar dat was misschien geen slechte zaak. Ik ben gewoon heel blij dat ik me mentaal nog fris voel, want dat is de grootste hindernis, vooral in deze tijd van het jaar. Ik heb het gevoel dat ik niet te veel heb aangedrongen en dat de balans tussen wedstrijden en koersen goed was. Daar kan ik echt tevreden mee zijn.’

Sheffield: 'Ik ben een teamspeler en hij denkt er net zo over'

De Amerikaanse selectie voor de wegrit van het WK bestaat naast Sheffield verder uit Scott McGill, Kyle Murphy, gravelrijder Keegan Swenson en Neilson Powless. De laatste verraste vorig jaar met een vijfde plek op het WK. Samen met hem kan Sheffield een sterk duo vormen. ‘We kunnen het in ons voordeel gebruiken. Ik denk niet dat het er alleen om gaat te kijken hoe diep we in een race kunnen gaan, want dat zou de verkeerde manier zijn om ernaar te kijken. Het is beter dat we elkaar gebruiken, dus als hij van ver in de aanval wil gaan of dichter bij de finish, dan is dat iets wat we onderweg moeten uitproberen. Hij kan mij gebruiken en ik hem. Ik ben een teamspeler en hij denkt er net zo over.’