Van Avermaet ziet in toptien Waalse Pijl een ontwikkeling in het wielrennen: 'Daar houd ik mijn hart wel voor vast'

Met zijn 26 jaar was wereldkampioen Tadej Pogacar afgelopen woensdag de oudste in de toptien van de Waalse Pijl. Hij stond samen met Kévin Vauquelin (22) en Tom Pidcock (25) op het podium, terwijl ook Lenny Martinez (21), Thibau Nys en Romain Grégoire (beiden 22) toptien reden. Greg van Avermaet ziet dan ook een bijzondere ontwikkeling in het wielrennen, waarin volgens hem ook gevaren schuilen.

Met de hierboven genoemde renners, plus Ben Healy (24), Santiago Buitrago (25), Remco Evenepoel (25) en Mauro Schmid (25), kwam de gemiddelde leeftijd van de toptien van de Waalse Pijl uit op 22,4 jaar. Dat is een behoorlijk jong gemiddelde, zag ook Van Avermaet. 'Het is een algemeen gegeven dat jongeren sneller doorbreken dan vroeger', geeft de voormalig wielrenner een verklaring in gesprek met Het Laatste Nieuws. 'Renners zijn steeds sneller klaar om wedstrijden te winnen en mooie resultaten te boeken.'

Toch is een jonge toptien in de Waalse Pijl volgens de Belg goed te verklaren. 'Het is een koers die ‘slechts’ 200 kilometer lang is. Dat maakt het voor een jonge renner nog nét iets makkelijker om toptien te rijden dan in pakweg de Ronde van Vlaanderen of Parijs-Roubaix, die langer zijn dan 250 kilometer. Bovendien is de Muur van Hoei een heel specifieke aankomst, geknipt voor explosieve types. En dat hebben die jonge gasten gewoon in zich, veel meer dan de hardheid die nodig is voor een Monument.'

Lees verder onder de foto!

Van Avermaet ziet ook gevaar in van steeds sneller ontwikkelende renners

Toch ziet Van Avermaet een verschil met vroeger, toen renners op hun dertigste op hun best waren. 'Nu ligt die piek rond 26 à 27 jaar. Alles is een beetje opgeschoven.' Die conclusie trok de Belg ook uit eigen ervaring. 'Ik ben vorig jaar een keer op stage geweest met enkele junioren. Dan zie je hoe professioneel die jongens al met hun vak bezig zijn. Toen ik vroeger bij de junioren reed, wist ik bij wijze van spreken nog van niets. Die professionaliteit komt er dus veel vroeger in, waardoor ze sneller sprongen maken en dus sneller klaar zijn om resultaten te boeken bij de profs.'

Waar de ontwikkeling toch redelijk onschuldig lijkt, ziet Van Avermaet er toch ook best een gevaar in schuilen. 'Ik ben bang dat jonge renners niet veel tijd meer zullen krijgen om zich te manifesteren.' Dat komt dan voornamelijk door de grote tenoren van nu. 'Er is meer druk en dat heeft natuurlijk veel te maken met mannen als Evenepoel en Pogacar, die al op heel jonge leeftijd fenomenale prestaties hebben neergezet. Zij zijn de norm geworden, en daar houd ik mijn hart wel voor vast. Je mag niet iedereen met hen vergelijken.'

Zodoende vindt de ex-renner het belangrijk dat renners die net niet in het rijtje Pogacar-Evenepoel zitten, ook de kans krijgen om zich te ontwikkelen. 'Zodat ze op een dag misschien wél kunnen wedijveren met die toppers. Kijk naar Skjelmose, die Evenepoel en Pogacar toch mooi klopte in de Amstel. Dat maakt het net mooi: dat zulke mannen, wanneer ze hard werken en de juiste dingen doen, ook koersen kunnen winnen.'