Ilan Van Wilder zat namens Soudal Quick-Step mee in de vlucht van dertig man in de twaalfde rit van de Giro d'Italia. Doordat de beslissende schifting al op negentig kilometer van de meet viel, reed de Belg constant achter de feiten aan.
'Het was ik tegen de wereld', liet Van Wilder direct na de aankomst los tegenover Sporza. 'We zijn maar met z'n drieën in onze ploeg en ik zat alleen in de ontsnapping tegen veel ploegen met twee of drie mannetjes.'
'Er was geen samenwerking omdat de groep te groot was en voor de klim werd er aangevallen', aldus Van Wilder, die de beslissende aanval van onder meer winnaar Nico Denz uiteindelijk miste. 'Ik was een jasje gaan halen en ik zag die groep vooruitrijden. Ik heb zoveel geprobeerd om weg te rijden, maar telkens werd alles toegereden.'
'Ze zaten altijd op mijn wiel. Waarschijnlijk omdat ze schrik hadden voor die klim, weet ik veel', aldus Van Wilder, die er uiteindelijk een zesde plaats uithaalde. 'Uiteindelijk heb ik de klim van beneden tot boven vol op kop gereden en kwam ik nog tot bij de achtervolgers. Ik win hier de sprint, maar dat was het hoogst haalbare. Meer kon ik niet doen.'
'Met een mannetje meer was het een ander verhaal geweest', zucht de teleurgestelde Belg. 'Ik zag ze nog komen in de sprint, maar ik dacht: "Jullie niet." Ik ben echt gefrustreerd.'
Lees het artikel op de mobiele website