De kunst van sprinten is wachten. Heel lang wachten. Uit de wind. Achter ruggen van ploegmaats. In de laatste wagon. Krachten sparen. Spieren soepel houden. Wachten, kijken. De laatste kilometer. Blijven zitten. De laatste vijfhonderd meter. Opschuiven in het wiel van je laatste man. De laatste tweehonderd meter. Aanzetten. Laatste eigen man weg. Poef, eroverheen en los. Eindelijk werken. In de Leiderstrui sprak met Cees Bol van Sunweb over de kunst van sprinten, waar in 2020 meer dan ooit de focus op ligt.
Topsport is veel rusten en wachten, om vervolgens op de momenten van koers en in wedstrijden te pieken. Bol is een meester in het verdelen van krachten, zo vertelt hij. De rust te bewaren buiten de koers om. 'Ik probeer me niet te druk te maken. Luister graag muziek, lees wat of luister een podcast. Op trainingskamp of tijdens rondes vind ik het altijd fijn om mijn vriendin, vrienden en familie te bellen. Lekker ouwehoeren over andere dingen dan het wielerwereldje. Thuis verveel ik mij niet snel. Ik denk dat dat een kwaliteit is die je bij veel wielrenners tegenkomt; goed niks kunnen doen. Rusten.'
Bol: 'Willen weer echte sprintploeg worden'
Rustig was het niet bij Team Sunweb. Na het vertrek van kopman Tom Dumoulin vertrok ook een groot deel van de staf. Voelt Bol, die sinds 2019 voor dit team rijdt, een frisse wind waaien? 'Dat valt mee. De grote lijnen zijn eigenlijk hetzelfde gebleven. Zeker voor mij, ik werk met dezelfde trainer en coach als vorig jaar. Verder is er weer iets meer focus binnen de ploeg op sprints en klassiekers. Maar qua manier van aanpak zijn er geen grote veranderingen.'
Toch is de veranderde focus bij Team Sunweb wel degelijk een belangrijke omslag bij de ploeg. Bol geeft toe dat nu niet alle ballen meer op Dumoulin worden gespeeld, andere renners daar baat bij hebben. 'Ik ga meer kansen krijgen. We zullen een sterker blok hebben in klassiekers en voor de lead outs. Anderzijds is het natuurlijk jammer dat zo’n goede renner de ploeg verlaat. Dat betekent ook dat ik niet meer van hem kan leren.'
Over de grotere focus op sprints en klassiekers vertelt Bol verder: 'We willen op de lange termijn weer een echte sprintploeg worden. Uiteindelijk komt het erop neer dat we veel ervaring op moeten doen samen om een betere trein te maken. We versnellen dat proces wat met teambuilding. Het belangrijkste is om steeds te evalueren en te leren van de fouten die we maken. En van de dingen die we juist goed doen.'
Bol wil geen vergelijking met Groenewegen en Jakobsen
De sprinters in de ploeg worden zoveel mogelijk uit elkaar gehouden in het jaarprogramma. In principe is Bol meestal dé sprinter. Na de turbodijen van Dylan Groenewegen en snelheidsmaniak Fabio Jakobsen weer een Hollander die sprints in grote wedstrijden kan winnen, getuige zijn overwinning in de derde etappe van de Ronde van de Algarve in 2020. Hij liet Jakobsen, Alexander Kristoff, Sacha Modolo en Elia Viviani achter zich. 'Een heel gaaf gevoel om dat met de ploeg zo af te kunnen maken.'
'Ik hoop dat nog eens te kunnen doen in de Algarve. Wie weet volgend jaar', vervolgt Bol. 'Hoe ik mij verhoud tot Groenewegen en Jakobsen? Joh, daar houd ik mij niet erg mee bezig. Ik probeer een betere coureur te worden en koersen te winnen en denk dat we alle drie onze kwaliteiten hebben. Vergelijken heeft geen zin. Het is natuurlijk wel gaaf dat we met de Nederlanders zo goed presteren, nu ook in de sprints.'
Bol is dan ook meer dan Groenewegen en Jakobsen een klassiekerliefhebber, maar weet ook van zichzelf dat een 260 kilometer lange koers op dit moment nog wat te lang voor hem is. 'Ik hoop een stap verder te zijn dan vorig seizoen. In de kortere klassiekers hoop ik wel een rolletje te kunnen spelen, dan wel in een uitgedunde groep voor een sprint. Of meer offensief koersend met de ploeg.'
Bol naar de Giro d'Italia of de Tour de France
Na het klassieke voorjaar volgen de grote rondes. Vorig jaar mocht Bol als vervanger van Dumoulin lastminute mee naar de Tour de France. Voordat de echte bergen kwamen, werd hij weer uit koers gehaald door zijn ploegleiding. 'Ik kom de bergen wel over. Het is afzien natuurlijk, maar de Grupetto is meestal geen probleem. Vorig jaar ben ik in de Tour de Pyreneeën nog wel over gegaan.'
'Ik hoop natuurlijk op een mooie kans in een grote ronde. Het is nog de vraag welke dat gaat worden. Of de Giro of de Tour, één van de twee. Mooi, maar ik blijf mij richten op sprints en klassiekers. Ik probeer er alles uit te halen. Dan zie ik wel wat ik waard ben', blijft hij nuchter, want Bol bekijkt het stap voor stap. Over een straatnaam in Alkmaar na winst in een Touretappe hoef je nu nog niet te beginnen. De Bollaan? Bolstraat? Boldreef? Of een Bollebos? 'Ik hoef niet zonodig een eigen straat of laan, of iets. Als ze ooit beslissen dat toch te doen zou ik het wel gaaf vinden als het een kasseistrook is.' (foto's: Team Sunweb/Cor Vos/Sirotti)
Gerrit van Loon (e-mail: redactie@indeleiderstrui)
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties