Interview | Tusveld begint in Australië aan seizoen met DSM: 'We willen echt presteren hier'

Nog even en het WorldTour-seizoen barst weer los. Na een afwezigheid van twee jaar keert het peloton terug in de Tour Down Under, waar Martijn Tusveld met zijn Team DSM op successen hoopt. In de Leiderstrui sprak de renner, die inmiddels ervaringsdeskundige is bij zijn ploeg, uitgebreid vanaf zijn hotelkamer in Adelaide.

Voor Tusveld was ons belletje een welkome afleiding, daar hij nog tegen de jetlag aan het vechten was. 'In de middag kak je helemaal in. Als ik nu op bed zou blijven liggen, zou ik zo in slaap vallen. Het is gewoon goed om wakker te blijven, dan lukt het slapen daarna wel weer. We hebben ook nog eventjes, we zijn in totaal drie weken hier', vertelt de Utrechter, die wel blij is met zijn trip Down Under. '‘Dit is wel een goede manier om het seizoen te beginnen. Het is toch wel een andere wedstrijd dan alle anderen, dus je komt hier niet snel in een sleur terecht. Het is toch anders dan koersen in Europa.’

Waar andere ploegen min of meer hun neus ophalen voor de reis naar Australië, ligt dat bij Tusveld toch wel wat anders. 'Het zou de voorbereiding kunnen verstoren, maar toen ik hier met Roompot eens was voor de Herald Sun Tour was ik daarna eigenlijk wel gewoon goed. Tuurlijk mis je door de vlucht wel wat trainingsdagen, maar tegelijkertijd ligt het er ook aan waar en wanneer je goed wil zijn. Bij ons in de ploeg hebben we hier ook echt een doel van gemaakt, dus dat is altijd wel leuk. Het is lastiger als je hierheen gaat zonder echt doel, maar wij willen echt presteren hier', klinkt het gemotiveerd.

Met name van de Nieuw-Zeelandse aanwinst Patrick Bevin wordt het nodige verwacht bij de Nederlandse ploeg. 'Het parcours is wel wat anders dan afgelopen jaren, maar dat ligt hem juist goed. Met dat proloogje erbij, er zit geen makkelijke sprintetappe in, dus dat is voor hem perfect', geeft de meesterknecht aan, die geen eigen succes na zal jagen in de Tour Down Under. 'In eerste instantie gaan we vol voor Patrick, omdat we ook denken dat hij in de sprints wat boni’s kan gaan pakken. Dat is dus het eerste idee, om hem vol te helpen.’

Tusveld weet nog niet welke grote ronde hij zal afwerken

Tusveld kent zijn programma voor de eerste maanden van 2023 inmiddels, maar weet nog niet welke grote ronde hij zal betwisten. 'Na Australië rijd ik Drome en Ardeche Classic eind februari, daarna Strade Bianche. Vervolgens Catalonië en Baskenland, maar daarna hangt het er een beetje vanaf. Voor zowel de Giro als Tour zijn er nog plekken over, maar dat is ook nog even afhankelijk van de eerste maanden. Hier in Australië rijd ik bijvoorbeeld met Patrick, maar ik doe ook nog wat koersen met Romain Bardet de komende maanden.' Bevin gaat samen met onder meer Andreas Leknessund en Harm Vanhoucke voor ritsucces in de Giro, terwijl Bardet in de Tour dé man zal worden van DSM. Dat maakte de ploeg dinsdag bekend op de presentatie voor 2023.

De veelzijdige Nederlander, die vorig jaar Giro én Tour deed, heeft geen directe voorkeur voor één van beide wedstrijden. 'Het zijn allebei mooie wedstrijden. Ik vond de Giro het afgelopen jaar fijner, omdat het wat relaxter was allemaal. In de Tour ging ik direct onderuit, met dat nerveuze gedoe', lacht hij. 'Voor mijzelf zou ik het wel leuk vinden om voor ritten te gaan, maar een grote ronde met Romain rijden is ook speciaal. Vorig jaar was dat in de Giro heel tof, toen we voor de overwinning meededen. Toen we na de opgave van Romain het om moesten gooien, was het ook weer mooi om voor ritten te gaan', stelt Tusveld, die er toen zelf een vijfde plek in de rit naar Cogne uit wist te slepen.

Intussen is hij na Chris Hamilton de man die het langst in dienst is bij DSM, ondanks zijn 29-jarige leeftijd. 'Dit wordt mijn zesde jaar bij Team DSM. Afgelopen jaar was Nikias Arndt er nog, die heeft er misschien tien jaar gezeten. Eigenlijk is het wel apart, want daarvoor had je heel wat renners die hun hele loopbaan voor de ploeg reden', doelt hij op onder meer ploegleider Roy Curvers. 'Maar sowieso is het zo dat we altijd een jonge ploeg waren, dus ik ben er al wel aan gewend dat ik in sommige wedstrijden de oudste ben. Soms zit je met een ploeg waar vier of vijf man onder de 24 zit.'

Tusveld geniet wel van het op pad zijn met de jonge honden. 'Ja hoor, dan probeer ik ze ook wel wat bij te brengen. Die kapiteinsrol probeer ik ook al wel eens te pakken, als die mogelijkheid er is. Dat is ook iets wat ik dit jaar iets meer wil gaan doen', stelt de Nederlander, die de suggestie dat DSM misschien té jong is weerspreekt. 'Het hangt ook er ook vanaf wat je kan qua budget. We zijn geen INEOS of UAE, die zomaar allerlei dure renners kunnen betalen. Ik denk dat het een mooie invalshoek is van de ploeg, dat ze zoveel jongens opleiden uit de Development-ploeg.'

Grote talenten zijn nog geen garantie voor succes, weet Tusveld

De hardrijder geeft aan dat er grote talenten aan zitten te komen bij Team DSM, maar dat dat nog geen garantie is op succes. 'Ze moeten het ook eerst in de wedstrijden kunnen laten zien. Het is altijd lastig inschatten, sommige jongens kunnen op zo’n training hard rijden. Dat was ook met Thymen Arensman zo, die in zijn eerste jaar al een heel goede test reed. Maar na vier, vijf uur koers is dat toch anders. Maar als je ziet hoe Thymen in drie jaar beter is geworden, dan kun je wel zeggen dat dat een sterk punt is van de ploeg. Hopelijk maken nog een paar jongens die stap dit jaar en kunnen ze winnen voor de ploeg.'

Het woord is gevallen: Arensman, het Nederlandse toptalent dat DSM en zijn makker Tusveld verliet. 'Ik vond het jammer dat hij wegging, ik had het ook niet verwacht. Hij had ook geen problemen bij de ploeg, maar hij had ook een paar mooie andere opties. Ik had eigenlijk gedacht dat hij bij zou tekenen bij ons, dus het kwam wel een beetje als een verrassing voor mij. Het is wel jammer, want je ziet hoe snel hij stappen maakt.’

Niet alleen Arensman gooide de deur bij Team DSM dicht, ook Cees Bol en Joris Nieuwenhuis verlieten de ploeg. En daar kwamen geen Nederlanders voor terug, waardoor er nog maar vier voor de ploeg rijden. '‘Ik denk dat het niet per se uitmaakt dat het Nederlanders zijn, maar het waren wel drie jongens waarmee ik het goed kon vinden. Die spreek ik ook nog buiten de koers, het zijn goede vrienden. Dat is vooral jammer. Tegelijkertijd was het in de afgelopen jaren ook al zo dat we niet veel wedstrijden samen reden, en er zitten ook nog veel Nederlanders in de staf. Dus dat is niet zozeer het probleem voor mij.’

Voor de cultuur bij Team DSM maakt het niet veel uit, geeft Tusveld aan. 'Natuurlijk zie je wel dat er een jonge generatie is, die allemaal op BeReal zitten en dat Romain en John Degenkolb daar dan een beetje van op zitten te kijken', doelt hij op de momenteel bij jongeren populaire app, waarbij er zo snel mogelijk een foto van jezelf gemaakt moet worden. 'Maar bij DSM hebben we altijd nationaliteiten gehad die het goed met elkaar kunnen vinden. Nederlanders, Duitsers, Scandinaviërs, Australiërs, Engelsen, Amerikanen… die mogen elkaar over het algemeen wel.’

Tusveld is leven als wielrenner nog lang niet zat

Tusveld praat nog altijd voluit over de wielersport, zijn passie. 'Ik geniet nog heel erg van het wielrennen en kan nog heel lang mee. Het reizen staat me ook nog niet tegen, maar voor mij is dat misschien wat anders dan andere jongens omdat ik nog geen gezin heb. Ik vind hoogtestages heel mooi en het reizen fantastisch, ik probeer ook altijd wat op te steken van waar we op dat moment zijn. En ik weet ook dat het heel speciaal is dat we overal naar toe mogen.’

Qua ontwikkeling als renner kijkt hij ook vooruit naar de middellange termijn. 'Ik wil me blijven verbeteren als wegkapitein. Ik houd het meeste van die grote rondes, dus die wil ik blijven doen. Verder heb ik altijd wel de droom om ooit een rit in een grote ronde te winnen. Als er ooit in een Vuelta of Giro kansen zijn, wil ik daar wel voor gaan. Als het een keer allemaal goed valt, is het mogelijk.’

Tom van der Salm (Twitter: @TomvanderSalm) | e-mail: t.vandersalm@indeleiderstrui.nl)