Jasper Philipsen was weer op de afspraak, maar kon ook de derde etappe van de Tour de France niet winnen. De Belg reed een sterke sprint, maar moest Dylan Groenewegen en Van Aert laten voorgaan. Philipsen reageert bij de verzamelde pers ontgoocheld op de zoveelste ereplaats, zijn ploegleider Christoph Roodhooft neemt vooral het positieve mee naar de volgende dagen.
'Ik kwam nog kort op het einde, maar ik wist toen ik aanzette en Wout (Van Aert, red.) in het wiel van zijn lead-out zag freewheelen terwijl ik al vol in de wind zat te sprinten, dat het moeilijk zou worden om te winnen.' Was Philipsen dan te vroeg aangegaan? 'Ja, maar ik kon niet anders. We verloren het in de laatste bocht. Ze kwamen heel snel langs de binnenbocht. Ik verloor daar mijn lead-out Alexander Krieger. Ik zat in Jakobsen (Fabio, red.) zijn wiel en hoopte dat hij vroeg zou aangaan, maar dat gebeurde niet. Ik ging dan links aan omdat ik rechts vastzat. Zaterdag was ik gefrustreerd dat ik mijn sprint niet heb kunnen rijden, maar nu werd ik wel verplicht om aan te gaan. Dan wist ik al dat het moeilijk zou worden om als eerste over de meet te komen.'
Philipsen reed uiteindelijk wel een zeer snelle sprint, dat is toch positief? 'Ik denk dat ik de benen had om te winnen en dat ik niet moet onderdoen voor die mannen in een sprint, maar het moet gewoon allemaal mee zitten. Hopelijk is dat de volgende dagen zo', aldus Philipsen. De Alpecin-Deceuninck-ploeg reed in de finale prominent in beeld, maar op het einde had Philipsen misschien een mannetje te weinig. Ziet hij dat ook zo? 'Een mannetje te weinig zou ik niet zeggen. De timing van onze sprinttrein zat niet volledig goed. Zelfs Mathieu (Van der Poel, red.) kan zo een inspanning niet volhouden, wat niet meer dan logisch is. Het is heel mooi dat hij komt helpen, maar uiteindelijk moeten we er met de ploeg zijn in de laatste rechte lijn'.
Ploegleider Christoph Roodhooft zag zijn sprinter voor de zoveelste keer naar een podiumplaats rijden in een Tour-etappe, maar winnen lukt maar niet. Frustrerend? 'Hij verliest de sprint, maar we zijn wel blij dat hij gesprint heeft. Gisteren zat hij ingesloten en moest hij te laat beginnen. Vandaag zet hij misschien te vroeg aan, maar is hij wel uitgesprint. Als we zo blijven proberen zal het ook wel eens naar onze kant vallen, daar ben ik zeker van. Ik denk dat hij van iedereen de beste sprint rijdt vandaag. Maar daar koop je niets mee. Op zich is met zijn conditie en sprint alles in orde, dat is iets voor mee te pakken.' Ook Roodhooft zag dat de sprinttrein nog niet helemaal op punt staat. 'We hadden misschien net iets te weinig mankracht op het einde, maar ook dat is niet evident. Ik denk dat we progressie maken. Dit moet ons wat vertrouwen geven voor de komende weken', zo sluit de ploegleider van Alpecin-Deceuninck met goede moed af.
Lees het artikel op de mobiele website