Zonneveld geeft 'Nederlandse insteek wielersport' veeg uit de pan: 'Willen als land lekker kunnen pronken'

Op 22 november zijn er Tweede Kamerverkiezingen. Een beetje in het kader van die verkiezingen liet AD-journalist Thijs Zonneveld zich in een eerdere column al kritisch uit over politici. Zij zouden volgens de 43-jarige BEAT Cycling-man - die recentelijk nog een strandrace won - sport (en dus ook wielrennen) helemaal niet hoog in het vaandel hebben staan, met alle gevolgen van dien. In een nieuwe, andersoortige column luidt Zonneveld andermaal de noodklok...

Zonneveld gaat specifiek in op de problemen van de Nederlandse wielersport, die er als topsport niet goed voor staat. Directe aanleiding voor het opiniërende stuk is de Ronde van Drenthe, een koers die sinds 1960 op de kalender stond, maar volgend jaar van die kalender verdwijnt. Waarom die wedstrijd - afgelopen jaar gewonnen door Jumbo-Visma-man Per Strand Hagenes - precies verdwijnt? Hogere kosten, toenemende regeldruk en veiligheidsproblemen (Politie Noord-Nederland stelde onlangs dat er door capaciteit-gerelateerde problemen geen wielerkoersen meer begeleid kunnen worden).

'Als we zo doorgaan, is wielrennen over een paar jaar een marginale sport voor een paar kleine groepjes'

Volgens Zonneveld hebben de KNWU en de organisatoren al jaren een alternatief klaarliggen voor het hierboven genoemde probleem: wedstrijden laten begeleiden door ervoor opgeleide burgermotards, iets wat in verschillende landen rondom Nederland al jarenlang gebeurt. 'Maar daarvoor is een wetswijziging nodig en het voorstel daartoe ligt al jaren te verstoffen in een laatje in Den Haag. Het is een catch-22: organisaties kúnnen het zelf regelen, maar mogen het niet.'

Terwijl races als de Ronde van Drenthe verdwijnen, ziet Zonneveld dat koersen als het EK en Tour de France Femmes naar Nederland gehaald worden. 'Omdat we daar als land zo lekker mee kunnen pronken', duidt hij gevat. 'Maar we weigeren iets te doen voor de categorie koersen daaronder. Om nog maar niet te spreken over jeugdwedstrijden: die vallen bij bosjes tegelijk om. Het is symptomatisch voor wielrennen in Nederland: top aan de top, flop in de breedte. Als we zo doorgaan, is wielrennen over een paar jaar een marginale sport voor een paar kleine groepjes, op circuitjes rond verlaten bedrijventerreinen, en roepen we dat Nederlandse renners er op het hoogste niveau geen pepernoot van bakken.'