Hermans: 'Als Aerts en Iserbyt stap willen zetten, moeten ze meer wegkoersen rijden' Veldrijden
Veldrijden

Hermans: 'Als Aerts en Iserbyt stap willen zetten, moeten ze meer wegkoersen rijden'

Hermans: 'Als Aerts en Iserbyt stap willen zetten, moeten ze meer wegkoersen rijden'

Quinten Hermans kenden in 2021 misschien wel zijn doorbraak als wegwielrenner. De renner van Intermarché-Wanty-Gobert debuteerde in de Giro d'Italia en plukt daar nu de vruchten van in het veldrijden. Hij adviseert andere crossers dan ook om meer de weg op te gaan.

Hermans beleefde een zeer sterk jaar op de weg en zet dat nu door in het veldrijden. Met winst op het WK-parcours in Fayetteville liet hij zijn grootse vorm zien. In Het Nieuwsblad vertelt hij over zijn transformatie van crosser naar een mix met wegwielrennen. 'De cross is zeer belangrijk in België, maar aan de weg wordt nog veel meer belang gehecht. Toen ik veertiende werd in de Waalse Pijl, was ik daar in eerste instantie niet content mee. Veertiende is niet uitzonderlijk en eigenlijk geen prijs, maar de dag nadien stond ik wel in alle kranten als ‘eerste Belg’. Mocht ik zondag veertiende worden in Overijse, er zou geen haan naar kraaien.'

De prikkels die hij in de WorldTour krijgt, helpen hem enorm: 'Zeker die van grote rondes. In de Giro rijd je drie weken lang elke dag 180 kilometer. Probeer je dat thuis na te bootsen op training, dan maak je je lichaam kapot. Maar dankzij die Giro kan mijn lichaam meer aan. Ik ben twee procent sterker geworden.' Dat merkt hij dan ook in training en aan zijn waarden. 'Dinsdag heb ik 140 kilometer stevig getraind en woensdag kon ik al zonder veel problemen een zware crosstraining afwerken. De voorbije jaren was ik daags na een training van 140 kilometer niet voldoende hersteld. Mijn motor is groter geworden. Mijn waarden over dertig minuten of een uur zijn met drie procent gestegen. Ik begin later te verzuren en kan langer hard rijden.'

Hermans ziet voordeel van cros: 'Explosiviteit is niet na te bootsen in training op de weg'

Hermans moedigt zijn concurrenten in de cross dan ook aan om een serieus wegseizoen te gaan rijden. 'Zeker in de laatste helft van crossen merk ik dat de anderen tijdens een lange klim sneller in het zadel moeten zitten en snelheid verliezen dan ik. Als Toon (Aerts red.) en Eli (Iserbyt red.) nog een stap willen zetten, zullen ze ook meer op de weg moeten koersen. Ook Lars van der Haar kende zijn beste veldritwinter toen hij nog bij een World Tour-ploeg reed.' Daarnaast ziet Hermans een voordeel voor renners als Wout van Aert en Mathieu van der Poel om te crossen: 'De explosiviteit die je moet leveren in een cross kan je op een training op de weg niet nabootsen.'

Toch spreekt hij van een zeer goed bezet veld in de cross: 'Akkoord, Wout, Mathieu en Tom Pidcock doen nog niet mee, maar daar is een reden voor. Ook zij hebben een maand training nodig om een degelijk niveau te halen.' Zij behoren volgens hem tot een zeer selecte wereldtop op de weg, dus verliezen van die drie is geen schande. 'Dan spreken we over de beste renners ter wereld. In de Amstel Gold Race, wat misschien de sterkst bezette koers van het jaar is, reden Wout en Pidcock weg van de rest alsof het niks was. Slechts vier andere renners kunnen dat: Mathieu Van der Poel, Primoz Roglic, Tadej Pogacar en Julian Alaphilippe. En toch hebben ook Wout, Mathieu en Pidcock het in de cross niet altijd even gemakkelijk om tegen ons te winnen.'

Plaats reactie

666

0 reacties

Laad meer reacties

Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.

Bekijk alle reacties

Meer nieuws