WK veldrijden: wat maakt het rondje in Tábor zo speciaal? Van 'lievelingsrondje' tot 'haat-liefdeverhouding'

Het parcours van het WK veldrijden blijft natuurlijk hetzelfde en is voor veel renners niet direct een verrassing, daar de omloop in Tábor al jarenlang onderdeel is van het Wereldbekercircuit en in de recente geschiedenis ook al meermaals dienstdeed als WK-parcours (2015, 2010 en 2001). Recenter nog werd de omloop voor een laatste keer getest op het Tsjechisch kampioenschap cross. In de Leiderstrui ging langs bij een aantal potentiële protagonisten en vroeg hen wat dat rondje in Tábor nu zo speciaal maakt!

Laten we vooropstellen: het rondje in Tábor wordt gekarakteriseerd door een vele korte, steile beklimmingen, een balkensector, veel draaien en keren en een brug (dat waren er nog wel eens drie), terwijl alles er wel redelijk overzichtelijk bij ligt.

Van der Haar en Ronhaar liefhebber van rondje in Tábor, Iserbyt spreekt van haat-liefdeverhouding

We beginnen met een outsider bij de elite heren, Lars van der Haar. De 32-jarige Terriër van Woudenberg doet natuurlijk al jarenlang mee bij de absolute wereldtop. Derhalve weet de Nederlander van Baloise Trek Lions ook van de hoed en de rand als het gaat om de omloop in Tábor. 'Tabór is een ronde waar ik héél graag naartoe ga. Het is een ronde met veel mooie, natuurlijke hindernissen. Bovendien is het een eerlijke ronde. Daar houd ik wel van', vertrouwde hij ons na afloop van de X2O Trofee in Hamme toe. Dat beaamt ook zijn ploeg- en landgenoot Pim Ronhaar, die zeker als medaillekandidaat bestempeld mag worden. 'Het is een omloop die me normaal wel moet liggen. De lus is een beetje vergelijkbaar met Hoogerheide. Het lastig, aangezien het nergens vlak is. Het zal vooral belangrijk worden om tactisch goede beslissingen te maken.'

Eli Iserbyt sprak op zijn beurt van een persoonlijke haat-liefdeverhouding met Tábor, waar hij eigenlijk nooit buiten de top-twee is gefinisht. 'Ik heb er ooit het WK bij de junioren verloren tegen Simon Andreassen. Maar ik ben er bijvoorbeeld ook Europees kampioen geworden tegen Tom Pidcock. Ook heb ik er al eens de Wereldbekermanche gewonnen, soms werd ik net tweede. Het is altijd ‘’net wel, net niet’’ voor mij. Al met al zijn de herinneringen toch wel goed. Het is een intervalrondje, al is ook dat weer een beetje gewijzigd. Er zijn namelijk wat stroken aangepast, dus dat moeten we nog even bekijken. Maar normaal gesproken is het wel iets wat me heel goed ligt', aldus de West-Vlaming.

Pieterse en Brand gelijkgestemd, Del Grosso en Bäckstedt houden sterk rekening met het weer

Ook Puck Pieterse - die haar WK-voorbereiding ietwat in het water zag vallen als gevolg van fysiek malheur - is lovend over Tábor. 'Dat is een heel vet rondje. Het is snel, technisch en er moet wat geklommen worden. Daar houd ik van.' Woorden van gelijke tred vinden we bij Lucinda Brand, lid van de veldritformatie van Sven Nys. 'Het parcours in Tabór is wel vergelijkbaar met dat in Hoogerheide: een hoge snelheid wanneer het droog is, aardig wat oplopende stukken, dat soort zaken.'

Ook het weer is van bovengemiddeld belang in Tábor, zo blijkt uit de gesprekken met bijvoorbeeld Tibor del Grosso (favoriet bij beloften mannen) en Zoe Bäckstedt (favoriete bij beloften vrouwen). 'Ik kan nog niet al te veel zeggen over het parcours. Op het Tsjechisch kampioenschap lag het er aardig snel bij. Het zal vooral even de weersomstandigheden afwachten zijn', vertelde de Nederlander van Alpecin-Deceuninck na zijn zege in Hoogerheide. 'Het kan daar alle kanten op. De kans is groot dat we onszelf zelfs gedurende de wedstrijd nog moeten aanpassen aan de weersomstandigheden. Kijken welke plekken opdrogen, checken waar er nog ijs ligt, de stand van de zon in de gaten houden. Dat soort dingen spelen daar een extra grote rol. Voor mij zou het natuurlijk geweldig zijn als het met stortbakken uit de lucht komt vallen, haha!', was dan weer de hoopt van de Britse veelvraat.

Youri van den Berg (Twitter: @YourivndnBerg)